VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Geen redelijkheidstoets terugbetalingsverplichting kinderalimentatie

Nr: 20025 Gerechtshof Amsterdam, 21-01-2020 ECLI:NL:GHAMS:2020:174 Jurisprudentie Geschilbeslechting Alimentatie 1:401 BW

Rechtsvraag

Dient het hof de redelijkheid van de terugbetalingsverplichting van het onverschuldigd door de man betaalde bedrag aan kinderalimentatie te toetsen?

Overweging

Het hof overweegt als volgt. Het debat tussen partijen betreft de vraag of bij het ontbreken van een verplichting voor de man om bij te dragen in de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige er bij de terugbetalingsverplichting van de vrouw nog ruimte is voor een redelijkheidstoetsing. Dit is volgens vaste jurisprudentie het geval bij zaken waarin de rechter een onderhoudsverplichting wijzigt of intrekt met ingang van een voor zijn uitspraak gelegen datum. In deze zaak is de rechtsgrond voor de onderhoudsverplichting welke gebaseerd was op het verwekkerschap door de man, komen te ontvallen vanwege het feit dat hij niet de biologische vader is van de minderjarige. Hij is dus niet alimentatieplichtig. De betaling door de man is derhalve onverschuldigd gedaan. Het hof is, met de rechtbank, van oordeel dat in een dergelijk geval, waarin van een rechtsgrond voor een alimentatieverplichting geen sprake is geweest, niet beoordeeld hoeft te worden in hoeverre een terugbetalingsverplichting in redelijkheid kan worden aanvaard. 

Vaststaat dat de man op of omstreeks 31 augustus 2017 een bedrag van € 46.923,32 aan het LBIO heeft overgemaakt, welk bedrag door het LBIO is doorgestort naar de vrouw. Op 11 december 2017 heeft de man vervolgens een bedrag van € 1.640,25 aan het LBIO betaald, hetgeen op 13 december 2017 aan de vrouw is doorgestort. Dit betekent dat de vrouw het bedrag van € 48.563,57 dient terug te betalen. 

Lees verder