VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Gezamenlijk gezag gelijktijdig met vervangende toestemming erkenning

Nr: 25121 Hoge Raad der Nederlanden, 05-12-2025 ECLI:NL:HR:2025:1853 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling Erkenning
Gezag en omgang
1:204 BW; 1:253c BW

Rechtsvraag

Kan de rechter bij de verlening van vervangende toestemming tot erkenning van een kind, gelijktijdig het gezamenlijk gezag over dat kind toekennen?

Overweging

Het hof heeft aan de man vervangende toestemming verleend tot erkenning van het kind, en daarbij direct ook onder opschortende voorwaarde van inschrijving van die erkenning in de registers van de burgerlijke stand, bepaald dat de man samen met de moeder van het kind het ouderlijk gezag zal uitoefenen. 

De moeder klaagt in cassatie dat het hof niet had kunnen beslissen over het gezag, omdat op grond van  artikel 1:253c lid 1 BW een verzoek tot toekenning van al dan niet gezamenlijk gezag over een kind alleen kan worden gedaan door de tot het gezag bevoegde ouder van het kind. De moeder betoogt dat zolang het kind niet is erkend, er geen tot gezag bevoegde ouder is, en het verzoek tot toekenning van al dan niet gezamenlijk gezag niet kan worden gedaan en niet inhoudelijk kan worden behandeld.

De Hoge Raad oordeelt dat de wet er niet aan in de weg staat dat een ouder die vervangende toestemming tot erkenning verzoekt, gelijktijdig een verzoek doet over het ouderlijk gezag. De rechter zal wel eerst het verzoek betreffende de erkenning moeten beoordelen. Daarnaast moet bij toewijzing van beide verzoeken voorkomen worden dat er gezamenlijk gezag tot stand komt terwijl de erkenning niet daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Dat kan door de vervangende toestemming tot erkenning in een tu ssenbeschikking toe te wijzen, of zoals het hof heeft gedaan met een opschortende voorwaarde.

Cursussen binnenkort:

4

Scheidingscongres 2025

12-12-2025
Lees verder