VAKnieuws
ga naar het VAKnieuws totaal overzicht
24034
Ondertoezichtstelling niet bedoeld om de moeder te dwingen om DNA-onderzoek te laten doen.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-05-2024 ECLI:NL:GHARL:2024:3436 Jurisprudentie - RechtsontwikkelingJeugdrecht 1:255 BW Rechtsvraag Is voortzetting van de ondertoezichtstelling met als doel de moeder mee te laten werken aan een DNA-test proportioneel en doelmatig? OverwegingIn een andere procedure heeft de man vervangende toestemming gekregen om het kind te erkennen. De moeder is veroordeeld om mee te werken aan DNA-onderzoek, maar dat weigert zij. De man heeft het kind nog niet erkend omdat hij het DNA-onderzoek wil afwachten. In deze procedure is het kind in eerste aanleg onder toezicht gesteld. De moeder is hier tegen in hoger beroep gekomen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd. De enige zorg die tijdens het hoger beroep nog aan de ondertoezichtstelling ten grondslag wordt gelegd, is dat het kind in haar identiteitsontwikkeling wordt bedreigd doordat de moeder niet wil meewerken aan een DNA-test en statusvoorlichting. Het hof oordeelt dat voortzetting van de ondertoezichtstelling op deze grond niet proportioneel en doelmatig is. Het hof overweegt dat een ondertoezichtstelling gericht moet zijn op het wegnemen van een ontwikkelingsbedreiging door middel van het inzetten van hulpverlening. Een ondertoezichtstelling is daarom niet geschikt om de moeder te dwingen om DNA-onderzoek te laten doen. De Raad en de GI hebben ook niet onderbouwd wat voor andere hulpverlening er ingezet kan worden om de bedreiging van de identiteitsontwikkeling af te wenden. Daarnaast overweegt het hof dat het hof in de andere procedure nog niet heeft beslist over het gezag en de omgang, en dat de man de minderjarige nog niet heeft erkend. Een gedwongen kader vanwege het opstarten van de omgang tussen het kind en de man is daarom voorbarig.
Binnenkort:
Een draak van een (omgangs)zaak |
ga naar het VAKnieuws totaal overzicht