VAKnieuws
ga naar het VAKnieuws totaal overzicht
24020
Partneralimentatie: verdiencapaciteit, vermogen, dividend, gedeelde woonlasten en bijdrage aan meerderjarig kindGerechtshof 's-Hertogenbosch, 11-04-2024 ECLI:NL:GHSHE:2024:1248 Jurisprudentie - RechtsontwikkelingAlimentatie 1:156 BW; 1:400 BW Rechtsvraag Op welke wijze speelt vermogen een rol bij de aanvullende behoefte? Kan bij de draagkracht rekening worden gehouden met dividenduitkeringen? Moet het woonbudget gehalveerd worden bij duurzaam samenwonen? Moet rekening worden gehouden met een vrijwillige bijdrage aan een meerderjarig kind ouder dan 21 jaar? OverwegingBij de vaststelling van de partneralimentatie komen in deze casus meerdere discussies aan de orde. Het hof houdt bij de vaststelling van de aanvullende behoefte van de vrouw naast haar Wajong-uitkering ook rekening met een verdiencapaciteit op basis van 24 uur per week werken, omdat de vrouw tijdens het huwelijk 24 uur per week werkte in het bedrijf van de man. Daarnaast houdt het hof rekening met een rendement van 4% over het vermogen van de vrouw van € 550.000,- welk vermogen zij heeft verkregen uit overbedeling bij de afwikkeling van de huwelijksgemeenschap. Bij de vaststelling van de draagkracht van de man, stelt de vrouw dat een jaarlijkse dividenduitkering van € 60.000,- moet worden opgeteld bij het inkomen van de man. De man verweert zich. Bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap is de onderneming gewaardeerd volgens de DCF-methode. Daarbij is al rekening gehouden met toekomstige winstuitkeringen. Het is volgens de man dubbelop om dan ook bij de draagkracht voor de partneralimentatie rekening te houden met de dividenduitkeringen. Het hof gaat niet in op dit verweer van de man, en overweegt dat met de dividenduitkeringen sowieso geen rekening gehouden kan worden nu de dividenduitkeringen in ieder geval in de komende jaren nodig zijn om de tijdens het huwelijk opgebouwde rekeningcourantschuld af te betalen. Tevens staan de woonlasten van de man ter discussie. De vrouw stelt dat de man duurzaam aanmerkelijk lagere woonlasten heeft dan het woonbudget, omdat hij samen woont. Zij vindt dat moet worden gerekend met de helft van het woonbudget. Het hof rekent toch met het woonbudget, omdat er een groot inkomensverschil bestaat tussen de man en zijn partner (90/10). Het hof vindt het onder die omstandigheden niet redelijk om de helft van de woonlasten aan zijn partner toe te rekenen. Tot slot staat ter discussie of de man zijn bijdrage aan zijn meerderjarige zoon in mindering mag brengen op zijn draagkracht. Het hof overweegt dat een vrijwillige onderhoudsbijdrage aan een meerderjarig kind ouder dan 21 jaar niet voor gaat op de partneralimentatie. Met die bijdrage wordt dus geen rekening gehouden.
Binnenkort:
Verdelen door de rechter |
ga naar het VAKnieuws totaal overzicht