VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Prejudiciële vragen over reikwijdte belanghebbendenbegrip in bewindzaken

Nr: 20164 Gerechtshof Den Haag, 02-12-2020 ECLI:NL:GHDHA:2020:2330 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling Curatele, bewind en mentorschap 798 Rv, 1:448 BW, 1:432 BW

Rechtsvraag

Zijn zaken waarin beslist moet worden op een verzoek om ontslag van de bewindvoerder of mentor (artikel 1:448 lid 1 onder e BW resp. artikel 461 lid 1 onder e BW) mede begrepen onder de in artikel 798 lid 2 Rv bedoelde zaken van onderbewindstelling of mentorschap?

Overweging

Het hof zal derhalve aan de Hoge Raad de volgende vragen stellen:

1. Is bij verzoeken tot ontslag van een bewindvoerder of een mentor (en benoeming van een andere) artikel 798 lid 2 Rv van toepassing?

2. Maakt het daarbij verschil of de bewindvoerder/mentor van wie het ontslag wordt verzocht behoort tot de in artikel 1:435 lid 4 BW en artikel 1:452 lid 4 BW bedoelde personen uit de eigen kring van de rechthebbende/betrokkene, dan wel een ander (veelal een professionele bewindvoerder/mentor)?

3. Is voor de beantwoording van de eerste vraag van belang of het verzoek tot ontslag wordt gedaan door de bewindvoerder/mentor zelf of door een van de andere personen, bedoeld in artikel 1:448 lid 2 BW en artikel 1:461 lid 2 BW?

4. Is voor de beantwoording van de eerste vraag van belang of het verzoek strekt tot benoeming van een andere bewindvoerder die behoort tot de in artikel 1:435 lid 4 BW en artikel 1:452 lid 4 BW bedoelde personen uit de eigen kring van de rechthebbende/betrokkene, dan wel een ander (veelal een professionele bewindvoerder/mentor)?

5. In hoeverre geldt voor verzoeken tot ontslag van een curator op grond van artikel 1:385 lid 1 onder d BW hetzelfde?

Cursussen binnenkort:

Lees verder