VAKnieuws 2016

Lotsverbondenheid: na 10 jaar financiële onafhankelijkheid geen partneralimentatie meer

Nr: 16005 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-10-2015 ECLI:NL:GHARL:2015:7377 Jurisprudentie Geschilbeslechting Alimentatie 1:157 BW

Rechtsvraag

Heeft de rechtbank de vrouw terecht partneralimentatie toegekend tien jaar na de echtscheiding?

Overweging

Nee. Het hof is van oordeel dat ruim tien jaar na de echtscheiding, in redelijkheid niet meer kan worden gesproken van een uit het huwelijk voortvloeiende lotsverbondenheid tussen partijen waarop een onderhoudsverplichting van de man jegens de vrouw kan worden gebaseerd.

De door een huwelijk ontstane lotsverbondenheid vormt de basis waarop partneralimentatie is gegrond. Vast staat dat de vrouw, nu zij gedurende tien jaren na de echtscheiding geen aanspraak heeft gemaakt op een bijdrage van de man in de kosten van haar levensonderhoud, steeds in staat is geweest om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Dat de vrouw, zoals zij heeft gesteld, ervoor heeft gekozen om het door haar na de echtscheiding in het kader van de overbedeling ontvangen bedrag van € 45.000,- te gebruiken om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien, doet daaraan niet af. De vrouw is tot in 2014, te weten ruim tien jaar na de echtscheiding, geheel financieel onafhankelijk van de man geweest.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Terugkomen op instemming met verzoek onderbewindstelling

Nr: 16001 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-10-2015 ECLI:NL:GHARL:2015:7853 Jurisprudentie Rechtseenheid Curatele, bewind en mentorschap 1:435 lid 3 BW

Rechtsvraag

Kan een onderbewindgestelde die heeft ingestemd met het verzoek om bewind in hoger beroep terugkomen op dit verzoek?

Overweging

Nee. De rechthebbende is in hoger beroep gekomen van een beslissing van de kantonrechter waarmee hij heeft gekregen waarom hij heeft verzocht, namelijk onderbewindstelling. Uit het geheel aan feiten volgt dat de rechthebbende deze beslissing destijds, bij het indienen van het verzoek, ook heeft gewild. Het rechtsmiddel van hoger beroep is niet gegeven om aan een partij wier verzoek door de eerste rechter is toegewezen, gelegenheid te geven de beschikking waarin dit verzoek is toegewezen ongedaan te maken omdat die partij bij nader inzien de voorkeur eraan geeft van het verzoek af te zien wegens de aan de inwilliging van het verzoek verbonden consequenties. Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de rechthebbende de toewijzing van zijn verzoek tot onderbewindstelling met benoeming van een bewindvoerder niet ongedaan kan maken door in hoger beroep alsnog van dit verzoek af te zien.

Cursussen binnenkort:

Lees verder

Al onze cursussen

Centrum Permanente Educatie biedt hoogwaardige juridische cursussen, afgestemd op de praktijk en verzorgd met enthousiasme en expertise.

Bekijken
 

Teleurgestelde toekomstverwachting inzake werk en duur partneralimentie

Nr: 16006 Gerechtshof Den Haag, 18-11-2015 ECLI:NL:GHDHA:2015:3767 Jurisprudentie Geschilbeslechting Alimentatie 1:157, 1:401 lid 2 BW

Rechtsvraag

Heeft de rechtbank ten onrechte de partneralimentatie verlengd nu de vrouw geen werk heeft kunnen vinden?

Overweging

Ja. Een teleurgestelde toekomstverwachting in die zin dat de verwachting dat de vrouw betaalde arbeid zou kunnen vinden om in haar eigen levensonderhoud te kunnen voorzien niet is uitgekomen, brengt niet zonder meer met zich mee dat het hof bij zijn beslissing tot limitering van een onjuist gegeven is uitgegaan. De vrouw heeft in hoger beroep in het geheel niet onderbouwd waarom zulks in de onderhavige zaak wel het geval zou zijn.

Het hof komt thans toe aan de beoordeling van de door partijen opgeworpen rechtsvraag of in de onderhavige zaak de wijzigingsgrond zoals opgenomen in artikel 1:401 lid 2 BW van toepassing is. Volgens dit artikel is wijziging van een in casu door de rechter bepaalde alimentatietermijn slechts mogelijk indien sprake is van een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden dat ongewijzigde handhaving van de termijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de verzoeker kan worden gevergd. Of daarvan sprake is hangt af van de omstandigheden van het geval. Een teleurgestelde toekomstverwachting is op zichzelf niet een zodanige wijziging van omstandigheden.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Eisen aan verzoek van advocaat om schriftelijke aanwijzing gecertificeerde instelling

Nr: 16002 Rechtbank Limburg, 11-12-2015 ECLI:NL:RBLIM:2015:11104 Jurisprudentie Rechtseenheid Jeugdrecht
Gezag en omgang
1:264, 1:265, 1:265f BW

Rechtsvraag

Wanneer valt een verzoek van een advocaat aan te merken als een verzoek om een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling?

Overweging

Bij brief van 8 oktober 2015 heeft de advocaat zich namens de moeder tot de gecertificeerde instelling gewend met het verzoek hem te berichten welke regeling inzake de contacten tussen minderjarige en de moeder ‘ nu precies is gemaakt ’. De brief van 8 oktober 2015 is in (te) algemene bewoordingen gesteld en houdt niet veel meer in dan een verzoek om te worden geïnformeerd over de precieze stand van zaken met betrekking tot de contacten tussen minderjarige en de moeder. De brief bevat geen uitdrukkelijk verzoek in de zin van artikel 1:265 BW om een eerder gegeven beperking van de contacten met minderjarige geheel dan wel gedeeltelijk in te trekken noch een verzoek in de zin van 1:264, lid 2, BW om de beperking van de contacten met minderjarige in een zodanige aanwijzing vast te leggen. Gelet hierop en gezien de wijze waarop de brief van de moeder is geformuleerd, is de rechtbank van oordeel dat de gecertificeerde instelling het verzoek van de moeder niet hoefde op te vatten als een uitdrukkelijk verzoek om een aanwijzing als bedoeld in de artikelen 1:264 of 1:265 BW juncto artikel 1:265f BW.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Ontkenning vaderschap op verzoek van de vrouw bij Indonesisch gehuwd echtpaar met zwervende man

Nr: 16003 Rechtbank Den Haag, 21-12-2015 ECLI:NL:RBDHA:2015:15445 Jurisprudentie Geschilbeslechting IPR
Jeugdrecht
1:200 BW, 10:92, 10:93 BW, 3 Rv

Rechtsvraag

Welk recht van is van toepassing op verzoek om ontkenning vaderschap van Indonesische vrouw die naar Indonesisch recht is gehuwd en in Nederland woont?

Overweging

Op grond van artikel 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe. Uit het rapport van het Internationaal Juridisch Instituut blijkt dat een gerechtelijke procedure voor Indonesiërs tot ontkenning van het vaderschap, op verzoek van de moeder of van het kind, niet bekend is. Dit betekent dat de vrouw, met toepassing van het Indonesische recht, niet-ontvankelijk is in haar verzoek. Ingevolge artikel 10:93 lid 2 BW, kan de rechter, indien dat in het belang is van het kind en de ouders en het kind een daartoe strekkend gezamenlijk verzoek doen, een ander in artikel 10:92 BW genoemd recht toepassen, dan wel het recht toepassen van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind ten tijde van de ontkenning of het Nederlandse recht.
Nu de man geen bekende woon- of verblijfplaats heeft en hij, hoewel daartoe opgeroepen, in deze procedure niet is verschenen, is het niet mogelijk dat de ouders gezamenlijk de toepassing van het Nederlands recht verzoeken. De rechtbank acht het evenwel niet redelijk deze omstandigheid, die niet aan de vrouw toe te rekenen is, aan de vrouw tegen te werpen. Dit zou immers betekenen dat ontkenning van het vaderschap onmogelijk is. Het verzoek wordt toegewezen, aangezien niet is gebleken van feiten dat de man de vader is of dat hij toestemming voor verwekking heeft gegeven.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Toepassing prejudiciële antwoorden inzake kindgebonden budget

Nr: 16007 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-12-2015 ECLI:NL:GHARL:2015:9947 Jurisprudentie Geschilbeslechting Alimentatie 1:397 lid 1 BW, 1:402a lid 1 BW

Rechtsvraag

Heeft de rechtbank ten onrechte op de behoefte van de kinderen niet in mindering gebracht het door de de vrouw ontvangen bedrag aan kindgebonden budget?

Overweging

Uit de correspondentie van partijen blijkt dat beide partijen het hof verzoeken uitspraak te doen met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober 2015. In deze uitspraak heeft de Hoge Raad de gestelde prejudiciële vragen als volgt beantwoord:

1. Bij de vaststelling van de door de ouders verschuldigde onderhoudsbijdrage voor hun minderjarige kinderen dienen het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop niet in aanmerking te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt.

2. Er dient geen onderscheid te worden gemaakt tussen de alleenstaande ouderkop en het overige deel van het kindgebonden budget.

Het voorgaande brengt met zich dat het kindgebonden budget geen invloed heeft op de behoefte van de kinderen, zoals vastgesteld bij beschikking van 2 december 2013, van € 1.185,- per maand. Per 1 januari 2015 bedraagt de naar analogie van artikel 1:402a lid 1 BW geïndexeerde behoefte van de kinderen afgerond € 1.205,- per maand. Grief 3 van de man faalt.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Omgang bij openbaring '(intended) family life' door man ruim vier jaar na geboorte kind

Nr: 16004 Gerechtshof Amsterdam, 22-12-2015 ECLI:NL:GHAMS:2015:5344 Jurisprudentie Geschilbeslechting Gezag en omgang 1:377a BW

Rechtsvraag

Kan geopenbaarde wens van man tot omgang met het kind, vier jaar na geboorte en zonder eerdere interesse in kind, leiden tot omgang?

Overweging

Ja. Het hof is van oordeel dat in dit geval de familierechtelijke verwantschapsband tussen de man en de minderjarige en de juridische formalisering daarvan een zodanig wezenlijk onderdeel vormt van zijn identiteit en daarmee van zijn privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM, dat de afwijzing van zijn verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling op de enkele grond dat ‘(intended) family life’ ontbreekt, een schending van zijn recht op eerbiediging van zijn privéleven oplevert (vgl. EHRM 21 december 2010, nr. 20578/07, NJ 2011, 508, Anayo tegen Duitsland).
Gebleken is dat de man zich thans reeds gedurende drie á vier jaren inspant om contact met de minderjarige te bewerkstelligen. Met dat doel heeft de man de onderhavige gerechtelijke procedure aanhangig gemaakt. Voorts heeft de man ongeveer een jaar geleden hulp in de vorm van gedragstherapie gezocht, teneinde om te gaan met zijn emoties vanwege onder meer het ontbreken van contact met de minderjarige. Ter zitting in hoger beroep heeft de man verklaard dat hij nog steeds ongeveer eenmaal per week zijn therapeut bezoekt. Het hof acht dan ook voldoende aannemelijk dat de wens van de man om de minderjarige te leren kennen in elk geval de laatste jaren serieus, diep en bestendig is.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Reikwijdte specificering van bewijsaanbod via getuigen

Nr: 16010 Hoge Raad der Nederlanden, 15-01-2016 ECLI:NL:HR:2016:49 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling Procesrecht 166, 353 Rv

Rechtsvraag

Kan de specificering van het bewijsaanbod ook de inhoud van de getuigenverklaringen betreffen?

Overweging

Nee. In het licht van HR 9 juli 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO7817, NJ 2005/270 en HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3009, NJ 2015/426 klaagt het onderdeel terecht dat het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door van eiser te verlangen dat hij zou toelichten wat de door hem genoemde getuigen, die nog niet als getuigen waren gehoord, over de door eiser te bewijzen aangeboden feiten zouden verklaren.

Lees verder
 

Uitleg testament: moment van beoordelen van vervulling zekerheidsstelling

Nr: 16012 Hoge Raad der Nederlanden, 15-01-2016 ECLI:NL:HR:2016:46 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling Erfrecht 4:45, 4:46 BW

Rechtsvraag

Heeft het hof terecht geoordeeld dat de akte vaststelling erfdelen (ter zekerheidsstelling), testamentair verplicht binnen een jaar te verlijden, zes jaar later niet alsnog hoeft te worden opgesteld?

Overweging

Nee. Het hof heeft het testament kennelijk zo uitgelegd, dat daarin de voorwaarde was opgenomen dat de bedoelde zekerheidsstelling binnen een jaar moest worden verlangd. Het heeft vervolgens geoordeeld dat die voorwaarde niet meer kon worden vervuld en derhalve ingevolge art. 4:45 lid 1 BW voor niet geschreven moet worden gehouden. Het hof heeft miskend dat de vraag of sprake is van een onmogelijk te vervullen voorwaarde of last als bedoeld in art. 4:45 lid 1 BW, dient te worden beoordeeld naar het tijdstip van overlijden van de erflater. Niet valt in te zien dat het op dat tijdstip onmogelijk was de in het testament genoemde akte binnen een jaar te doen verlijden.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Vertaling van processtukken in Engels, Duits of Frans is in beginsel niet nodig

Nr: 16011 Hoge Raad der Nederlanden, 15-01-2016 ECLI:NL:HR:2016:65 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling Procesrecht Rv, procesreglementen

Rechtsvraag

Is de overgelegde productie in het Duits terecht buiten beschouwing gelaten?

Overweging

Het overleggen van een vertaling van een productie is in beginsel niet noodzakelijk als die productie is gesteld in de Engelse, Duitse of Franse taal. De rechter kan echter een vertaling verlangen als hij dat nodig of wenselijk acht voor de behandeling van de zaak, mede gelet op de belangen van de wederpartij. Een vertaling is in beginsel wel noodzakelijk als een productie is gesteld in een andere vreemde taal.

In gevallen waarin een vertaling ontbreekt, maar deze naar het – ambtshalve of op verzoek van de wederpartij gegeven – oordeel van de rechter noodzakelijk of wenselijk is, behoort de partij die de productie heeft overgelegd, gelegenheid te krijgen een vertaling daarvan in het geding te brengen, tenzij de eisen van een goede procesorde zich daartegen verzetten. De rechter kan bepalen dat die vertaling door een beëdigd vertaler moet zijn opgemaakt en ondertekend.

Lees verder
 

81 RO, toekoming opeisbare rente bij uitleg testament

Nr: 16008 Hoge Raad der Nederlanden, 15-01-2016 ECLI:NL:PHR:2015:2493 Jurisprudentie Geschilbeslechting Erfrecht 81 RO, 407 Rv, 4:138 BW

Rechtsvraag

Wie heeft recht op de opeisbaar geworden rente die is gegenereerd eerst na het overlijden van de bij testament aangewezen bezwaarde?

Overweging

HR: 81 RO.

A-G: Het oordeel van het hof, dat de resultante is van de aan de feitenrechter voorbehouden uitleg van het testament, is in cassatie slechts op begrijpelijkheid te toetsen. De klacht voldoet niet aan de te stellen eisen.

Hof: Naar het oordeel van het hof biedt het testament onvoldoende aanknopingspunten voor de stelling van de moeder dat erflater heeft beoogd de tijdens het leven van de dochter als verwachter gekweekte, maar pas na haar overlijden opeisbaar geworden rente met terugwerkende kracht in het vermogen van de dochter te laten vallen. De uit het testament blijkende wens van erflater om de moeder verzorgd achter te laten, staat hieraan niet in de weg, reeds omdat de vordering van de dochter/stichting in beginsel niet opeisbaar was tijdens het leven van de moeder. (...) Deze uitleg strookt met de wettelijke regeling die erin voorziet dat aan de dochter als bezwaarde, de rente toekomt die tot aan haar overlijden opeisbaar wordt.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

81 RO, motivering arrest hof voldoet aan wettelijke eisen

Nr: 16009 Hoge Raad der Nederlanden, 15-01-2016 ECLI:NL:PHR:2015:2230 Jurisprudentie Geschilbeslechting Jeugdrecht 81 RO, 1:254 BW

Rechtsvraag

Heeft het hof de bekrachtiging van de verlenging ondertoezichtstelling en voorlopige uithuisplaatsing voldoende gemotiveerd?

Overweging

HR: 81 RO.

A-G: Ja. De motiveringseis gaat niet zo ver dat zij een gedetailleerd antwoord van de rechter op ieder aangevoerd argument verlangt. In het algemeen is voldoende dat de rechter in zijn redengeving de voor toe- of afwijzing van de vordering of het verzoek essentiële stellingen of weren behandelt. Op bijzondere motiveringseisen – al dan niet voortvloeiend uit het Verdrag inzake de rechten van het kind – is in dit geding geen beroep gedaan. De motivering van het hof sluit aan bij de aanhaalde wettelijke bepalingen. Zij is nader uitgewerkt, begrijpelijk voor de lezer en kan de beslissing dragen. De algemene motiveringsklacht faalt om deze redenen.

Cursussen binnenkort:

Lees verder