VAKnieuws

    ga naar het VAKnieuws totaal overzicht

18200

Onwetendheid van bestuurslid van vereniging ontslaat niet van aansprakelijkheid

Gerechtshof Den Haag, 28-08-2018 ECLI:NL:GHDHA:2018:2063
Jurisprudentie - Geschilbeslechting
Algemeen
2:9 BW
Rechtsvraag

Is de rechtbank bij het aannemen van aansprakelijkheid op grond van art. 2:9 BW ten onrechte voorbij gegaan aan de verweren van appellante (bestuurslid) dat zij geen kennis had van de overboekingen en dat de kascontrolecommissie van de vereniging een goedkeurende verklaring heeft afgegeven waarop door de algemene ledenvergadering decharge is verleend en dat haar derhalve geen verwijt kan worden gemaakt?

Overweging

Nee. Binnen de vereniging zijn de financiële zaken een taakgebied van alle bestuurders, nu niet is gesteld of gebleken dat deze krachtens de wet of de statuten aan een of meer van de bestuurders waren toebedeeld. Appellante (bestuurslid) is daarbij evenzeer verantwoordelijk voor de financiële gang van zaken als de andere twee bestuurders, ook als zij zich daar niet feitelijk mee heeft bemoeid.

Tussen partijen is niet in geschil dat [oprichter 2 / penningmeester] en [oprichter 1 / voorzitter] (en niet [appellante]) vanaf de rekening van de vereniging aanzienlijke bedragen hebben overgeboekt naar de rekening van de stichting. Appellante heeft in ieder geval behoren te weten van de oprichting van de stichting omdat zij bij die oprichting als bestuurder is ingeschreven in het handelsregister. Haar verweer dat [oprichter 2 / penningmeester] en [oprichter 1 / voorzitter] haar buiten haar medeweten om als zodanig hebben inschreven wordt gepasseerd. Allereerst is dit in tegenspraak met haar verklaring ter comparitie in eerste aanleg waarop zij heeft verklaard dat zij overrompeld was door het verzoek bestuurder te worden van de stichting en al snel bedacht dat ze dat niet wilde. Voorts heeft RBvV er bij de comparitie van partijen in eerste aanleg op gewezen (onder overlegging van productie 11) dat bij inschrijving van een bestuurder, het handelsregister een handtekening en een kopie van een identiteitsbewijs vereist van deze persoon. Appellante verzuimt toe te lichten hoe haar verklaring in eerste aanleg zich verhoudt tot haar opstelling in hoger beroep en hoe [oprichter 2 / penningmeester] en [oprichter 1 / voorzitter] zonder haar medeweten haar handtekening en een kopie van haar identiteitsbewijs hebben kunnen verkrijgen, terwijl een nadere toelichting wel van haar verwacht had mogen worden. (...)

Bovendien blijkt uit de verklaring van appellante dat de reden dat [oprichter 1 / voorzitter] en [oprichter 2 / penningmeester] haar vroegen om bestuurder van de stichting te zijn, was gelegen in de omstandigheid dat er een voltallig bestuur nodig was. Appellante had zich behoren te realiseren dat zij, door in te stemmen met dit verzoek zonder vervolgens zicht te houden op de activiteiten van [oprichter 1 / voorzitter] en [oprichter 2 / penningmeester] met betrekking tot de financiën van de vereniging en de stichting, [oprichter 1 / voorzitter] en [oprichter 2 / penningmeester] de gelegenheid gaf om gelden van de vereniging over te maken naar de stichting, wat ook is gebeurd, en vervolgens het geld ook aan de stichting te onttrekken. Ook als zij al na 5 maart 2011 (de datum waarop zij, naar zij stelt, volgens de toezegging van [oprichter 1 / voorzitter] zou worden uitgeschreven als bestuurder van de stichting) geen enkele bemoeienis meer heeft gehad met de stichting, neemt dat niet weg, dat zij op de hoogte was van het bestaan daarvan en het doel van de oprichting.

Door [oprichter 1 / voorzitter] en [oprichter 2 / penningmeester] hun gang te laten gaan en geen openheid van zaken te geven aan de vereniging door het informeren van de algemene ledenvergadering, heeft appellante niet alles gedaan wat van haar als bestuurder kan worden verlangd. Daarmee heeft zij niet het inzicht getoond en de zorgvuldigheid betracht die had mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult. Dit kan haar worden verweten. 


 


ga naar het VAKnieuws totaal overzicht

VAKnieuws is een initiatief van en wordt u aangeboden door centrum permanente educatie.


VAKnieuws houdt u middels praktische en uitgekiende samenvattingen op de hoogte van belangrijke juridische ontwikkelingen. Al het vaknieuws wordt met uiterste zorg samengesteld. De samenstellers, makers en centrum permanente educatie zijn niet aansprakelijk voor enigerlei schade als gevolg van het gebruik van dit vaknieuws.