VAKnieuws
ga naar het VAKnieuws totaal overzicht
18039
Bopz: bij machtiging voortgezet verblijf verzetcriterium van belangHoge Raad der Nederlanden, 16-02-2018 ECLI:NL:HR:2018:222 Jurisprudentie - RechtseenheidBopz 2, 3, 54 Wet Bopz Rechtsvraag Kent de Wet Bopz het verzetcriterium bij een machtiging tot voortgezet verblijf wel aangezien artikel 15 Wet Bopz niet art. 3 Wet Bopz, maar art. 2 Wet Bopz van overeenkomstige toepassing verklaart? OverwegingArt. 15 Wet Bopz maakt deel uit van hoofdstuk II, paragraaf 2, Wet Bopz (met als opschrift: ‘Machtigingen tot voortgezet verblijf’). Deze paragraaf bevat geen bepaling die voor voortgezet verblijf in een zwakzinnigeninrichting of verpleeginrichting, in afwijking van het bereidheidscriterium, het verzetcriterium van toepassing verklaart. Maar wel volgt uit art. 54 lid 1, tweede volzin, in verbinding met lid 2, aanhef en onder a, Wet Bopz dat na verloop van de geldigheidsduur van een machtiging tot verblijf in een zwakzinnigeninrichting of verpleeginrichting, een rechterlijke machtiging is vereist indien de opgenomen persoon blijk geeft van verzet tegen voortzetting van het verblijf. Derhalve is (ook) bij een machtiging op de voet van art. 15 Wet Bopz tot voortgezet verblijf in een zwakzinnigeninrichting of verpleeginrichting het verzetcriterium van toepassing. |
ga naar het VAKnieuws totaal overzicht