VAKnieuws
ga naar het VAKnieuws totaal overzicht
21021
GGZ: geen toepassing noodzorg vereist bij wijziging zorgmachtigingHoge Raad der Nederlanden, 19-02-2021 ECLI:NL:HR:2021:272 Jurisprudentie - RechtsontwikkelingGGZ 8:11, 8:12 Wvggz Rechtsvraag Is een wijziging van een zorgmachtiging alleen mogelijk als er tijdelijke verplichte noodzorg is toegepast? OverwegingDe in art. 8:12 lid 3 Wvggz voorziene mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging (hierna: machtiging), bestrijkt naar de letter alleen het geval dat de zorgverantwoordelijke van oordeel is dat de tijdelijke verplichte zorg, bedoeld in art. 8:11 Wvggz, na een periode van maximaal drie dagen moet worden voortgezet. Het gaat dan om het geval dat de tijdelijke verplichte zorg, waarin de machtiging niet voorziet, gedurende maximaal drie dagen is verleend ter afwending van een noodsituatie als bedoeld in art. 8:11 Wvggz. Een redelijke, op de belangen van de betrokkene afgestemde wetsuitleg brengt mee dat ook een verzoek tot wijziging van een machtiging op de voet van art. 8:12 lid 3 Wvggz kan worden ingediend in het geval dat nog geen tijdelijke verplichte zorg op de voet van art. 8:11 Wvggz is of wordt verleend maar te voorzien is dat een bepaalde vorm van zorg zal moeten worden verleend om een dreigende noodsituatie te voorkomen en de machtiging niet in die zorg voorziet. Deze uitleg van art. 8:12 lid 3 Wvggz bevordert dat verplichte zorg zoveel mogelijk wordt verleend op grond van een rechterlijke machtiging, en dat de in art. 8:11 Wvggz voorziene verlening van zorg waarin de machtiging niet voorziet, tot een minimum wordt beperkt. |
ga naar het VAKnieuws totaal overzicht