VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Onjuist vennootschapsrechtelijk ontslag bestuurder

Nr: 20134 Rechtbank Limburg, 01-09-2020 ECLI:NL:RBLIM:2019:125 Jurisprudentie Geschilbeslechting Ontslag en ontbinding 7:669 BW

Rechtsvraag

Blijft het arbeidsrechtelijke dienstverband  voortbestaan bij een onterecht vennootschapsrechtelijk besluit?

Overweging

De conclusie uit het vorenstaande is dan ook dat [verzoeker] voor een “fait accompli” is geplaatst en dat zijn advies, als hij dat had uitgebracht, geen enkele invloed zou hebben gehad op de beslissing van de aandeelhouders. Die beslissing stond voor het uitbrengen van dat advies immers al onherroepelijk vast. Het uitbrengen van een advies had dan ook geen enkele zin meer en daarmee staat voor de rechtbank vast dat [verweerster] inbreuk heeft gemaakt op het adviesrecht van de bestuurder op grond van
artikel 2:227 lid 7 BW.

Daarmee staat ook vast dat het vennootschapsrechtelijk ontslagbesluit is genomen in strijd met een wettelijke bepaling zodat dit besluit vernietigbaar is op grond van artikel 2:15 lid 1 sub a BW.Afrondend concludeert de rechtbank dat het vennootschapsrechtelijke ontslagbesluit van [verzoeker] niet rechtsgeldig is genomen en dat het daarom behoort te worden vernietigd. De rechtbank gaat daar dan ook toe over. Dat betekent dat [verzoeker] ook na 30 augustus 2018 bestuurder van [verweerster] is gebleven.De rechtbank volgt [verweerster] niet in deze interpretatie van het betreffende wetsartikel en de aangehaalde jurisprudentie. In de door [verzoeker] aangehaalde vonnissen van de rechtbank Noord Holland van 17 april 2018 (ECLI:NL:RBNHO:2018:3264) en de rechtbank Midden Nederland van 24 mei 2018 (ECLI:NL:RBMNE: 2018:2547) wordt in een vergelijkbaar geval verwezen naar de “15-april” arresten van de Hoge Raad.

In deze arresten is uitgemaakt dat een vennootschapsrechtelijk ontslag(besluit) in beginsel ook de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de bestuurder tot gevolg heeft. In het vennootschapsrechtelijke ontslagbesluit is immers de arbeidsrechtelijke opzegging gelegen. Dat betekent volgens de hiervoor genoemde vonnissen echter ook dat als het vennootschapsrechtelijke besluit “sneuvelt” de arbeidsrechtelijke opzegging het zelfde lot is beschoren en dus de arbeidsovereenkomst in stand is gebleven. Aan [verweerster] kan worden toegegeven dat de Hoge Raad zich nog nooit in die zin heeft uitgelaten, in ieder geval niet voor zover de rechtbank bekend is. Echter, een andere uitleg is bezwaarlijk voorstelbaar. Wat is anders de grondslag voor het arbeidsrechtelijke ontslagbesluit? [verweerster] heeft zich daar ook niet over uitgelaten.

De conclusie uit het vorenstaande is dat het arbeidsrechtelijke dienstverband is blijven voortbestaan. De loonvordering van [verzoeker] zal worden toegewezen.

Cursussen binnenkort:

5

De zieke werknemer

11-11-2025
Lees verder