VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Bevoegdheid Nederlandse rechter bij internationale kinderontvoering

Nr: 20118 Rechtbank Den Haag, 17-08-2020 ECLI:NL:RBDHA:2020:7814 Jurisprudentie Geschilbeslechting Procesrecht 3 Rv

Rechtsvraag

Is de Nederlandse rechter bevoegd in een verzoek om teruggeleiding van de kinderen vanuit de Verenigde Arabische Emiraten naar Nederland?

Overweging

Het gaat hier om een zogeheten ‘uitgaande zaak’, wat betekent dat dat de kinderen zijn overgebracht vanuit Nederland naar een ander land. Dit land – de Verenigde Arabische Emiraten – is geen partij bij het Verdrag. De internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter wordt in dergelijke, niet door het verdrag bestreken, gevallen geregeld door artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). 

Op grond van artikel 3, aanhef en onder a, Rv, heeft de Nederlandse rechter in dit soort gevallen rechtsmacht als de verzoeker in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft. 

Tussen partijen is niet in geschil dat de woonplaats van verzoeker (de moeder) in Nederland is. De rechtbank acht zich op grond hiervan bevoegd om op basis van artikel 3, aanhef en onder a, Rv, van het verzoek tot teruggeleiding kennis te nemen en verwijst daartoe nog naar de arresten van de Hoge Raad van 5 juli 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1085) en van het hof Den Haag van 28 augustus 2019 (ECLI:GHDHA:2019:2286).

Lees verder