VAKnieuws

    ga naar het VAKnieuws totaal overzicht

20075

Ontslag op staande voet wegens te laat komen

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2020 ECLI:NL:GHSHE:2020:1173
Jurisprudentie - Geschilbeslechting
Arbeidsovereenkomstenrecht
7:669 BW
Rechtsvraag

Is werknemer terecht op staande voet ontslagen wegens het te laat op het werk verschijnen?

Overweging

Veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat [appellant] de beveiliger bij de ingang van de winkel heeft laten wegsturen, heeft [appellant] zijn eigen belang, dat er kennelijk in was gelegen om op betreffende dag onopgemerkt de winkel te kunnen betreden, gesteld boven de belangen van zijn werkgever en haar opdrachtgever en heeft hij de veiligheid in de winkel in gevaar gebracht. Het hof acht dit zeer kwalijk en niet getuigen van goed werknemerschap en is van oordeel dat [verweerster] dit soort gedrag uiteraard niet hoeft te accepteren.Vast staat verder dat [appellant] (pas) op 20 mei 2019 aan de planning van [verweerster] heeft doorgegeven dat hij op 18 mei 2019 te laat was. De facturatie aan de opdrachtgever had op dat moment al plaatsgevonden overeenkomstig het werkrooster van [appellant] . Dat betekent dat de tijd die [appellant] op 18 mei 2019, in afwijking van zijn rooster, niet heeft gewerkt omdat hij die dag te laat was, toch aan de opdrachtgever (Primark) in rekening is gebracht. Primark heeft bij [verweerster] geklaagd dat er ten onrechte te veel uren zijn gefactureerd. [verweerster] heeft de factuur daarna aangepast.

Naar het oordeel van het hof dient het hiervoor in rechtsoverwegingen 3.14 en 3.15

omschreven handelen van [appellant] (als dit zo op deze wijze is gebeurd, waar het hof veronderstellenderwijs vanuit gaat), ook in onderlinge samenhang bezien, hem niet zodanig zwaar te worden aangerekend dat het een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Naar het oordeel van het hof wordt dat niet anders indien het hof er met [verweerster] vanuit gaat dat [appellant] zich op de hiervoor vermelde wijze heeft gedragen teneinde te verhullen dat hij op 18 mei 2019 te laat op zijn werk was. Het hof licht dit als volgt toe.

Het hof gaat er vanuit dat [appellant] met zijn handelwijze heeft willen voorkomen dat bij [verweerster] bekend zou worden dat hij op 18 mei 2019 te laat was, uit angst voor arbeidsrechtelijke consequenties die dat met zich mee zou kunnen brengen. Daarvoor acht het hof van belang dat de beveiliger die de ingang van de winkel op de ochtend van 18 mei 2019 beveiligde, eerder (onweersproken) één of meerdere melding(en) over [appellant] heeft gedaan bij de leidinggevende(n) en dat [appellant] naar eigen zeggen een zeer moeizame verstandhouding met deze beveiliger onderhield. In dit verband is verder relevant dat [appellant] bij dezelfde opdrachtgever (Primark) al eens eerder te laat is gekomen en dat daarvan toen een aantekening is gemaakt in het personeelsdossier van [appellant] (zie productie 8 bij verweerschrift in eerste aanleg).

Voorts is van belang de verklaring die [appellant] bij gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft gegeven voor het feit dat hij op 18 mei 2019 te laat op zijn werk is verschenen. [appellant] heeft bij die gelegenheid verklaard dat hij op 18 mei 2019 met de auto op weg was naar zijn werk bij de Primark winkel in [plaats] toen hij onverwacht geconfronteerd werd met een wegafsluiting vanwege een marathon die in [plaats] werd gehouden. Vanwege deze wegafsluiting moest [appellant] , zo stelt hij, een heel eind omrijden. Hij stelt dat hij vervolgens in een file terecht is gekomen. Ten slotte, zo stelt [appellant] , heeft hij zijn auto vanwege de verkeerssituatie in [plaats] op 18 mei 2019, noodgedwongen op een halfuur loopafstand van de Primark winkel moeten parkeren. [appellant] raakte door het gebeurde naar eigen zeggen erg van streek, omdat hij zich realiseerde dat hij veel te laat op zijn werk zou aankomen. Om nog enigszins op tijd te komen, is [appellant] naar eigen zeggen gaan rennen. Op de camerabeelden die [verweerster] in het geding heeft gebracht, is te zien dat [appellant] bij de Primark winkel in [plaats] komt aangerend en dat hij door de hoofdingang van de winkel naar binnen rent. [verweerster] heeft betwist dat sprake was van een file - maar dat heeft zij niet nader onderbouwd - en erkend dat [appellant] kwam binnen rennen, zodat het hof daar ook van uitgaat. Het hof acht voldoende aannemelijk dat [appellant] onder de gegeven omstandigheden geen rationele keuzes heeft gemaakt, maar onnadenkend heeft gehandeld, althans niet goed heeft nagedacht over de mogelijke gevolgen van zijn handelen. Alles afwegend komt het hof tot de conclusie dat er geen sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet en dat dit ontslag derhalve niet rechtsgeldig is gegeven. Daartoe acht het hof naast hetgeen hiervoor is overwogen, tevens van belang dat het ontslag op staande voet een ultimum remedium is, dat, gelet op de verstrekkende gevolgen ervan, slechts bij uitzondering mag worden gegeven.

Naar het oordeel van het hof had [verweerster] in dit geval ook andere, minder ingrijpende, maatregelen kunnen treffen, zoals bijvoorbeeld het geven van een officiële schriftelijke waarschuwing.


Binnenkort:
Concurrentiebeding
 


ga naar het VAKnieuws totaal overzicht

VAKnieuws is een initiatief van en wordt u aangeboden door centrum permanente educatie.


VAKnieuws houdt u middels praktische en uitgekiende samenvattingen op de hoogte van belangrijke juridische ontwikkelingen. Al het vaknieuws wordt met uiterste zorg samengesteld. De samenstellers, makers en centrum permanente educatie zijn niet aansprakelijk voor enigerlei schade als gevolg van het gebruik van dit vaknieuws.