VAKnieuws
Invloed eigen inkomen kinderen op behoefte aan kinderalimentatieRechtsvraagHeeft het hof terecht geoordeeld dat het inkomen van de kinderen hun behoefte niet heeft verminderd? OverwegingJa. Het hof heeft vooropgesteld dat de man bij de behandeling ter zitting in hoger beroep, nadat de kinderen nader omtrent hun eventuele bijverdiensten hebben verklaard, heeft meegedeeld dat hij begrijpt dat zij daarmee thans niet in eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Vervolgens heeft het hof geoordeeld dat het door de kinderen gestelde en niet betwiste inkomen hun behoefte niet noemenswaardig heeft verminderd in die zin dat het aandeel van de man daarin lager dan € 140,-- per maand per kind zou zijn. In het oordeel van het hof ligt besloten dat het, naast de door de kinderen ontvangen zorgtoeslag, ook de premie ter dekking waarvan ze die toeslag ontvangen, in aanmerking heeft genomen. Dit oordeel van het hof is niet onbegrijpelijk. Cursussen binnenkort: |
|
Bopz: reikwijdte persoonlijk onderzoek door psychiaterRechtsvraagBopz: heeft de rechtbank terecht geconstateerd dat betrokkene is onderzocht door de psychiater? OverwegingNee. De geneeskundige verklaring houdt als verklaring van de psychiater onder meer het volgende in:“(…) ben als onafhankelijk psychiater 2x bij mevrouw langs geweest voor Rm beoordeling: eerste keer was ze er niet, had geen behoefte aan gesprek met mij. Tweede maal deed ze de deur open van haar appartement doch gaf direct aan mij niet te willen spreken (...).” Gelet op de hiervoor weergegeven verklaringen van de psychiater moet in cassatie ervan worden uitgegaan dat hij betrokkene niet persoonlijk heeft onderzocht. De andersluidende vaststelling van de rechtbank is dan ook onbegrijpelijk. Al onze cursussenCentrum Permanente Educatie biedt hoogwaardige juridische cursussen, afgestemd op de praktijk en verzorgd met enthousiasme en expertise. Bekijken |
|
Cassatieprocesrecht: niet-ontvankelijkheid omdat verzoek niet juist is ondertekendRechtsvraagCassatie: is het verzoekschrift juist ondertekend? OverwegingHet ingekomen verzoekschrift voldoet niet aan de eisen van art. 426a lid 1 Rv, omdat het niet is ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Dit verzuim kan worden hersteld door hetzelfde verzoekschrift binnen twee weken na binnenkomst ter griffie van de Hoge Raad opnieuw in te dienen, maar nu ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Dit brengt mee dat verzoeker in zijn beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. ( noot red.: A-G heeft na raadpleging van de lijst van cassatieadvocaten geconstateerd dat verzoeker hierop niet voorkomt.) Cursussen binnenkort: |
|
Verantwoording over onvoltooide afwikkeling nalatenschap door overleden executeurRechtsvraagDient een notaris, die een overleden executeur in zijn rol als executeur heeft opgevolgd, verantwoording af te leggen over de werkzaamheden van de overleden executeur? OverwegingNee. De verplichting van een executeur om rekening en verantwoording af te leggen over het door hem gevoerde beheer van een nalatenschap, heeft uitsluitend betrekking op het beheer van de nalatenschap van de erflater door wie hij als executeur is benoemd. Weliswaar eindigt de taak van de executeur door zijn dood, maar indien de executeur zijn werkzaamheden nog niet heeft voltooid op het tijdstip van zijn overlijden, ontstaat geen verplichting tot het afleggen van rekening en verantwoording. Geen rechtsregel brengt mee dat een dergelijke verplichting op de erfgenamen van de executeur komt te rusten. Cursussen binnenkort: |
|
81 RO, toekoming opeisbare rente bij uitleg testamentRechtsvraagWie heeft recht op de opeisbaar geworden rente die is gegenereerd eerst na het overlijden van de bij testament aangewezen bezwaarde? OverwegingHR: 81 RO. A-G: Het oordeel van het hof, dat de resultante is van de aan de feitenrechter voorbehouden uitleg van het testament, is in cassatie slechts op begrijpelijkheid te toetsen. De klacht voldoet niet aan de te stellen eisen. Hof: Naar het oordeel van het hof biedt het testament onvoldoende aanknopingspunten voor de stelling van de moeder dat erflater heeft beoogd de tijdens het leven van de dochter als verwachter gekweekte, maar pas na haar overlijden opeisbaar geworden rente met terugwerkende kracht in het vermogen van de dochter te laten vallen. De uit het testament blijkende wens van erflater om de moeder verzorgd achter te laten, staat hieraan niet in de weg, reeds omdat de vordering van de dochter/stichting in beginsel niet opeisbaar was tijdens het leven van de moeder. (...) Deze uitleg strookt met de wettelijke regeling die erin voorziet dat aan de dochter als bezwaarde, de rente toekomt die tot aan haar overlijden opeisbaar wordt. Cursussen binnenkort: |
|
81 RO, motivering arrest hof voldoet aan wettelijke eisenRechtsvraagHeeft het hof de bekrachtiging van de verlenging ondertoezichtstelling en voorlopige uithuisplaatsing voldoende gemotiveerd? OverwegingHR: 81 RO. A-G: Ja. De motiveringseis gaat niet zo ver dat zij een gedetailleerd antwoord van de rechter op ieder aangevoerd argument verlangt. In het algemeen is voldoende dat de rechter in zijn redengeving de voor toe- of afwijzing van de vordering of het verzoek essentiële stellingen of weren behandelt. Op bijzondere motiveringseisen – al dan niet voortvloeiend uit het Verdrag inzake de rechten van het kind – is in dit geding geen beroep gedaan. De motivering van het hof sluit aan bij de aanhaalde wettelijke bepalingen. Zij is nader uitgewerkt, begrijpelijk voor de lezer en kan de beslissing dragen. De algemene motiveringsklacht faalt om deze redenen. Cursussen binnenkort: |
|
Reikwijdte specificering van bewijsaanbod via getuigenRechtsvraagKan de specificering van het bewijsaanbod ook de inhoud van de getuigenverklaringen betreffen? OverwegingNee. In het licht van HR 9 juli 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO7817, NJ 2005/270 en HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3009, NJ 2015/426 klaagt het onderdeel terecht dat het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door van eiser te verlangen dat hij zou toelichten wat de door hem genoemde getuigen, die nog niet als getuigen waren gehoord, over de door eiser te bewijzen aangeboden feiten zouden verklaren. Cursussen binnenkort: |
|
Vertaling van processtukken in Engels, Duits of Frans is in beginsel niet nodigRechtsvraagIs de overgelegde productie in het Duits terecht buiten beschouwing gelaten? OverwegingHet overleggen van een vertaling van een productie is in beginsel niet noodzakelijk als die productie is gesteld in de Engelse, Duitse of Franse taal. De rechter kan echter een vertaling verlangen als hij dat nodig of wenselijk acht voor de behandeling van de zaak, mede gelet op de belangen van de wederpartij. Een vertaling is in beginsel wel noodzakelijk als een productie is gesteld in een andere vreemde taal. In gevallen waarin een vertaling ontbreekt, maar deze naar het – ambtshalve of op verzoek van de wederpartij gegeven – oordeel van de rechter noodzakelijk of wenselijk is, behoort de partij die de productie heeft overgelegd, gelegenheid te krijgen een vertaling daarvan in het geding te brengen, tenzij de eisen van een goede procesorde zich daartegen verzetten. De rechter kan bepalen dat die vertaling door een beëdigd vertaler moet zijn opgemaakt en ondertekend. Cursussen binnenkort: |
|
Uitleg testament: moment van beoordelen van vervulling zekerheidsstellingRechtsvraagHeeft het hof terecht geoordeeld dat de akte vaststelling erfdelen (ter zekerheidsstelling), testamentair verplicht binnen een jaar te verlijden, zes jaar later niet alsnog hoeft te worden opgesteld? OverwegingNee. Het hof heeft het testament kennelijk zo uitgelegd, dat daarin de voorwaarde was opgenomen dat de bedoelde zekerheidsstelling binnen een jaar moest worden verlangd. Het heeft vervolgens geoordeeld dat die voorwaarde niet meer kon worden vervuld en derhalve ingevolge art. 4:45 lid 1 BW voor niet geschreven moet worden gehouden. Het hof heeft miskend dat de vraag of sprake is van een onmogelijk te vervullen voorwaarde of last als bedoeld in art. 4:45 lid 1 BW, dient te worden beoordeeld naar het tijdstip van overlijden van de erflater. Niet valt in te zien dat het op dat tijdstip onmogelijk was de in het testament genoemde akte binnen een jaar te doen verlijden. Cursussen binnenkort: |
|
Herstelmogelijkheid bij verzuim indiening wrakingsverzoekRechtsvraagKan een wrakingsverzoek buiten behandeling worden gelaten zonder gelegenheid te geven het verzuim te herstellen dat het verzoek niet is ondertekend door een advocaat? OverwegingNee, het hof blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door het voorschrift van art. 39 lid 1 Rv buiten toepassing te laten op de grond dat het wrakingsverzoek niet was ondertekend door een advocaat. Aan de man had gelegenheid behoren te worden geboden dat verzuim te herstellen (vgl. art. 281 lid 1 in verbinding met art. 362 Rv). (Zie ook HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3633) Cursussen binnenkort: |
|
Reikwijdte van het bewust afwijken van wettelijke maatstaven bij alimentatieRechtsvraagGeldt het bewust afwijken van de wettelijke maatstaven voor specifieke, voor de bepaling van de hoogte van het levensonderhoud relevante, posten, feiten of omstandigheden ook het overige deel van het convenant? OverwegingNee. Toepassing van de wettelijke maatstaven leidt in beginsel tot een redelijk evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van beide partijen. Dit pleit ervoor de inbreuk op dit evenwicht en de gevolgen daarvan, zich niet verder te doen uitstrekken dan partijen zijn overeengekomen. De door partijen overeengekomen inbreuk op deze bevoegdheid tot wijziging van een overeengekomen levensonderhoud moet niet ruimer worden uitgelegd dan de desbetreffende overeenkomst noodzakelijk meebrengt. Cursussen binnenkort: |
|
Aanmerking overbruggingskrediet als normale bedrijfsuitoefening vereist motiveringRechtsvraagBehoort een overbruggingskrediet tot de normale uitoefening van een bedrijf? OverwegingTegen de achtergrond van eerdere rechtspraak en in het licht van bedoelde stellingen, is zonder nadere motivering onbegrijpelijk hoe het hof tot het oordeel is gekomen dat het aangaan van het overbruggingskrediet behoort tot de rechtshandelingen die in de normale uitoefening van het bedrijf plachten te worden verricht. Deze stellingen komen immers erop neer dat – anders dan de bestaande kredietverlening (waaronder de door ING beschikbaar gestelde seizoensfaciliteit) – het overbruggingskrediet ertoe strekte de onderneming in staat te stellen op zeer korte termijn extern kapitaal aan te trekken, terwijl zonder dit externe kapitaal de beëindiging van de kredietrelatie en het faillissement van de onderneming aanstaande waren. De omstandigheid dat het overeengekomen overbruggingskrediet mede ertoe strekte de onderneming in staat te stellen haar normale bedrijfsuitoefening nog gedurende die te overbruggen periode voort te zetten, ontneemt aan deze rechtshandeling niet haar uitzonderlijke – met de acuut dreigende discontinuïteit van de onderneming samenhangende – karakter. Cursussen binnenkort: |