VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Vervolg op HR 30 augustus 2019 ECLI:NL:HR:2019:1292

Nr: 25062 Hoge Raad der Nederlanden, 06-06-2025 ECLI:NL:HR:2025:852 Jurisprudentie Geschilbeslechting Huwelijksvermogensrecht 1:115 BW; 6:3 BW

Rechtsvraag

'Potovereenkomst': uitvoeringsovereenkomst verrekenbeding huwelijkse voorwaarden of nadere huwelijkse voorwaarde? Vergoedingsrecht: voldoening aan natuurlijke verbintenis?  

Overweging

Potovereenkomst:   Echtgenoten die onder huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd kunnen overeenkomen op welke wijze zij uitvoering zullen geven aan een daarin voorkomend beding. Voor zover die wijze van uitvoering blijft binnen de kaders van het betrokken beding, behoeft zo’n nadere overeenkomst niet notarieel te worden vastgelegd. Voor zover de nadere overeenkomst naar inhoud of uitkomst afwijkt van dat beding, is evenwel sprake van een nadere huwelijkse voorwaarde. Op grond van art. 1:115 lid 1 BW moet een dergelijke overeenkomst in zoverre op straffe van nietigheid bij notariële akte worden aangegaan. T ussen partijen staat vast dat er op grond van de huwelijkse voorwaarden niets te verrekenen valt. Uitvoering van de potovereenkomst leidt volgens het hof echter wél tot verrekening. Gelet hierop heeft het hof miskend dat slechts sprake kan zijn van een overeenkomst tot uitvoering van een beding in de huwelijkse voorwaarden als de wijze van uitvoering blijft binnen de kaders van het betrokken beding

Vergoedingsrecht of natuurlijke verbintenis?  Een investering van een echtgenoot in een woning van de andere echtgenoot, kan leiden tot vermogensopbouw door laatstgenoemde echtgenoot en daarmee tot diens verzorging na het huwelijk. Er is dan sprake van een natuurlijke verbintenis en er is geen vergoedingsrecht ontstaan. Dit kan onder omstandigheden ook wanneer de andere echtgenoot de woning niet in eigendom heeft maar in erfpacht. In casu heeft d e vrouw niet gesteld dat zij ten tijde van de verbouwing van de woning geen vermogen had.  De Hoge Raad verwijst de zaak terug naar het hof, zodat opnieuw kan worden beoordeeld  of de man met zijn bijdragen aan de verbouwing van de woning heeft voldaan aan een natuurlijke verbintenis jegens de vrouw.

Cursussen binnenkort:

Lees verder