personen-, familie- en erfrecht
VAKnieuws
Hoger beroep tegen schorsing tenuitvoerleggingRechtsvraagHeeft de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van de beschikking over de kinder- en partneralimentatie terecht geschorst in afwachting van het hoger beroep tegen die beschikking? OverwegingDe voorzieningenrechter heeft de tenuitvoerlegging van de beschikking over de kinder- en partneralimentatie geschorst in afwachting van het hoger beroep tegen die beschikking. De vrouw is in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de voorzieningenrechter. Het hof oordeelt, anders dan de voorzieningenrechter, dat de man onvoldoende heeft onderbouwd dat hij in een noodsituatie komt als de tenuitvoerlegging niet wordt geschorst. Dat hij in loondienst een lager inkomen heeft dan toen hij als zzp'er werkte betekent niet per se dat hij niet aan zijn onderhoudsverplichtingen kan voldoen. De man moet zijn noodsituatie aantonen, onder meer door inzicht te verschaffen in zijn vermogenspositie. Cursussen binnenkort: |
|
Samenhang echtscheiding en nevenverzoekenRechtsvraagMocht de echtscheiding worden uitgesproken onder aanhouding van de beslissing op de nevenverzoeken? OverwegingDe rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de beslissingen op de nevenverzoeken aangehouden. De vrouw komt daartegen in hoger beroep. Zij is ernstig ziek en terminaal. Zij stelt dat zij er daarom belang bij heeft dat de echtscheiding pas wordt uitgesproken wanneer gelijktijdig kan worden beslist op de nevenverzoeken. De man stelt dat hij juist belang heeft bij het direct uitspreken van de echtscheiding, omdat de vrouw terminaal is. Het hof oordeelt dat door de vrouw onvoldoende bijzondere omstandigheden zijn aangevoerd, waardoor de band tussen het verzoek tot echtscheiding en de verzochte nevenvoorzieningen zou moeten worden hersteld door tezelfdertijd te beslissen op die verzoeken. Cursussen binnenkort:Al onze cursussenCentrum Permanente Educatie biedt hoogwaardige juridische cursussen, afgestemd op de praktijk en verzorgd met enthousiasme en expertise. Bekijken |
|
Bewind over goederen van echtgenotenRechtsvraagIs er reden om bewind in te stellen over de goederen van betrokkene? OverwegingIn eerste aanleg is het bewind uitgesproken over de goederen van betrokkene. Ook is het bewind uitgesproken over de goederen van zijn echtgenote en er is ook mentorschap voor haar uitgesproken. Zijn echtgenote verblijft in een verzorgingshuis. In hoger beroep komt betrokkene op tegen het bewind over zijn goederen. Hij vindt dat hij zelf voor zijn financiën kan zorgdragen en hij geeft aan samen te zullen werken met de bewindvoerder van zijn echtgenote. Het hof vernietigt het bewind over de goederen van betrokkene. Hij kan zijn financiën zelf regelen. Er is ten aanzien van zijn goederen niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 1:431 BW. Cursussen binnenkort: |
|
Omgangsregeling met grootoudersRechtsvraagHeeft de grootmoeder recht op omgang met haar kleinkinderen? OverwegingHet hof oordeelt dat de rechtbank het verzoek terecht heeft getoetst aan artikel 1:377a BW, en het verzoek terecht heeft afgewezen. De grootmoeder beroept zich op het aanhangige wetsvoorstel Wet drempelverlaging omgang grootouders (‘Wet drempelverlaging omgang grootouders’, Kamerstukken II 2022/23, 36 364, nr. 1 e.v.). Het hof ziet geen aanleiding om vooruit te lopen op het wetsvoorstel omdat het nog aanhangig is bij de Eerste Kamer. Verder overweegt het hof dat het enkele bestaan van een familierechtelijke betrekking niet voldoende is om aan te nemen dat sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking of ‘family life’. Cursussen binnenkort: |
|
Gezamenlijk gezag met niet-ouder alleen mogelijk op gezamenlijk verzoekRechtsvraagKan de niet-juridische ouder eenzijdig verzoeken om samen met de juridische ouder met het gezamenlijk gezag te worden belast? OverwegingVerzoeker en verweerder zijn tijdens hun relatie met een adoptietraject gestart. De minderjarige is tijdens de relatie bij hen geplaatst. Voordat partijen de adoptie konden verzoeken (vanaf één jaar na plaatsing) is de relatie verbroken. Daardoor was enkel éénouderadoptie mogelijk. Verzoeker heeft de minderjarige geadopteerd en is van rechtswege de juridisch ouder met gezag geworden. Partijen hebben afspraken gemaakt over de omgangsregeling met verweerder. Nu er een geschil is ontstaan tussen partijen over de omgangsregeling, heeft verweerder ex 1:253t BW verzocht hem samen met verzoeker met het gezamenlijk ouderlijk gezag te belasten. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen. Het hof vernietigt deze beslissing, omdat gezamenlijk gezag met een niet-ouder op grond van de wet enkel kan worden verzocht door een ouder met gezag en de niet-ouder gezamenlijk. De niet-ouder kan dit verzoek niet eenzijdig doen. Het hof is van oordeel dat dit niet in strijd is met artikel 8 EVRM en artikel 3 IVRK. Cursussen binnenkort: |
|
Gedeeltelijke gezagsuitoefening door GI alleen mogelijk bij een machtiging tot uithuisplaatsingRechtsvraagKan artikel 1:265e BW naar analogie worden toegepast bij wijziging hoofdverblijfplaats tijdens ondertoezichtstelling? OverwegingDe rechtbank heeft aan de GI het gedeeltelijk gezag toegekend voor de inschrijving van het kind bij een school. Het hof doet een rechtmatigheidstoets, en oordeelt dat de GI niet-ontvankelijk was in het verzoek om met het gedeeltelijk gezag te worden belast. Artikel 1:265e BW is alleen van toepassing in de situatie waarin het kind met een machtiging uit huis is geplaatst. Is casu is tijdens de ondertoezichtstelling de hoofdverblijfplaats van het kind gewijzigd maar van een machtiging tot uithuisplaatsing is geen sprake. In deze situatie kan artikel 1:265e BW niet analoog worden toegepast, zo blijkt uit de wetsgeschiedenis. Het hof overweegt dat het van oordeel is dat in een situatie waarin de wetgever in zijn toelichting uitdrukkelijk op de reikwijdte van een wettelijke bepaling is ingegaan en deze heeft afgegrensd, het niet aan de rechter is om de reikwijdte van die wettelijke bepaling in weerwil van die toelichting op te rekken door de wettelijke bepaling naar analogie toe te passen op een situatie die buiten de door de wetgever expliciet bepaalde reikwijdte valt. Cursussen binnenkort: |
|
Vermogen speelt een rol bij draagkrachtRechtsvraagMag van de gepensioneerde onderhoudsplichtige verwacht worden dat hij inteert op zijn vermogen of dat hij zijn vermogen rendabel maakt? OverwegingHet hof overweegt als volgt. Voor de bepaling van de draagkracht van de onderhoudsplichtige, in dit geval de man, is niet alleen zijn inkomen van belang, maar ook de omvang van zijn vermogen. Daarbij gaat het niet alleen om de middelen waarover de onderhoudsplichtige beschikt, maar ook over die waarover hij kan of had kunnen beschikken. Of van een alimentatieplichtige kan worden gevergd dat hij inteert op zijn vermogen of dat rendabel maakt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Cursussen binnenkort: |
|
Ambtshalve ontslag bewindvoerderRechtsvraagHeeft de kantonrechter de bewindvoerder gerechtvaardigd ontslagen? OverwegingHet hof oordeelt dat de kantonrechter de bewindvoerder terecht heeft ontslagen. De bewindvoerder heeft het vermogen van de rechthebbende niet goed genoeg beheerd, geen machtigingen van de kantonrechter gevraagd (ook niet achteraf) terwijl dat wel moest, en de kantonrechter onvoldoende in staat gesteld om zijn toezichthoudende taak uit te voeren door pas in oktober 2023 rekening en verantwoording af te leggen over de jaren 2020 t/m 2022. De wens van de rechthebbende is dat de bewindvoerder haar bewindvoerder blijft. Haar wens is wel belangrijk, maar voor het hof wegen de gebreken in de bewindvoering en de transparantie daarvan zwaarder. Het vermogen van de rechthebbende daalt gestaag vanwege het grote verschil tussen haar uitgaven en inkomsten, met name haar liquide middelen, terwijl de kantonrechter onvoldoende in staat is gesteld om toezicht te houden op het bewind. Cursussen binnenkort: |
|
Terugkomen op draagmoederschapsovereenkomstRechtsvraagKan de draagmoeder terugkomen op haar toestemming om het kind af te staan voor adoptie? OverwegingHet hof oordeelt dat de draagmoeder kan terugkomen op de afspraak in de draagmoederschapsovereenkomst, waarin zij met de wensouders is overeengekomen dat zij het kind aan de wensouders zal afstaan ter adoptie. De draagmoeder heeft zich in het eerste jaar na de geboorte van het kind bedacht over de rol die zij in het leven van het kind wil spelen. Het hof laat vooral meewegen dat daardoor niet langer is voldaan aan het vereiste uit artikel 1:227 lid 3 BW luidende dat op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vast moet staan dat het kind en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien moet zijn dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Het hof anticipeert niet op het wetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming (36 390).
|
|
Opeisbaarheid, verjaring en stuiting van in de samenlevingsovereenkomst overeengekomen vergoedingsrechtenRechtsvraagHeeft de man vergoedingsrechten? En zo ja, wanneer werden die opeisbaar? Wanneer zijn die verjaard? Is de verjaring gestuit? En kan er worden verrekend? OverwegingIn dit arrest van het Hof Amsterdam gaat het over de door ex-samenwoners in hun notariële samenlevingsovereenkomst opgenomen vergoedingsrechten, en de vraag of die vergoedingsrechten geldend kunnen worden gemaakt. Het hof geeft een duidelijke uitleg van het juridisch kader betreffende de eenvoudige gemeenschap, opeisbaarheid van vorderingen, verjaring, stuiting en verrekening. Cursussen binnenkort: |
|
Two-party agreement internationale verhuizingRechtsvraagHeeft de rechtbank terecht de vervangende toestemming om naar Engeland te verhuizen toegewezen? OverwegingDe rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van het kind bij de moeder bepaald en aan de moeder vervangende toestemming verleend om met het kind naar Engeland te verhuizen. De vader is in hoger beroep gekomen van deze beslissing. Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking en oordeelt dat uit de two-party agreement die partijen in eerste aanleg bij de mediator hebben gesloten, al volgt dat de vader toestemming heeft gegeven voor de verhuizing naar Engeland in het geval de rechter zou oordelen dat het kind haar hoofdverblijfplaats zal hebben bij de moeder. Daarnaast neemt het hof in zijn oordeel mee dat niet is komen vast te staan dat de moeder van plan was zich in Nederland te vestigen, en dat de terugkeer naar Engeland door de moeder goed is doordacht en voorbereid, en dat het contact tussen de vader en het kind is gewaarborgd door de two-party agreement en tot op heden goed is verlopen Cursussen binnenkort: |
|
Geen toestemming voor vakantie naar Egypte wegens angst moederRechtsvraagMag de vader de kinderen een maand meenemen naar Egypte? OverwegingHet hof oordeelt dat het nog te vroeg is om een vakantie naar Egypte met de vader toe te staan. De moeder is bang dat de vader de kinderen ontvoert, en dus niet meer zal terugbrengen. Hoewel de raad voor de kinderbescherming geen redenen ziet om er van uit te gaan dat dit een terechte angst is, acht het hof het niet in het belang van de kinderen om de verzochte vakantie toe te staan. De angst is namelijk zo overheersend aanwezig bij de moeder dat zij verminderd beschikbaar is voor de kinderen. Cursussen binnenkort: |
