VAKnieuws 2015
Onvoldoende inzage in financiële stukken leidt tot gelijkwaardige bijdrage aan kinderalimentatieRechtsvraagWelke gevolgtrekking kan een rechter ten aanzien van kinderalimentatie trekken uit het feit dat beide partijen onvoldoende inzage geven in hun financiële situatie? OverwegingIngevolge artikel 21 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn partijen verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. Beide partijen hebben onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat hun draagkracht ontoereikend is om in de door de rechtbank vastgestelde behoefte van het kind te voorzien. Volgt toedeling bij helfte. Cursussen binnenkort: |
|
Geen benoeming bijzonder curator bij verschil van inzichtRechtsvraagIs een verschil van inzicht tussen jeugdbescherming en de ouders een reden tot benoeming van een bijzonder curator? OverwegingAls er sprake is van een belangenconflict is er mogelijk een reden een bijzonder curator te benoemen. De stellingen van de ouders zijn in casu onvoldoende om te concluderen dat er een belangenconflict is. Hooguit is er sprake van een verschil van inzicht tussen jeugdbescherming en de ouders, maar dit verschil biedt onvoldoende grond voor benoeming van een bijzondere curator. De jeugdbeschermer die is aangesteld, is een neutrale persoon die tot taak heeft de belangen van het kind te hartigen. Cursussen binnenkort:Al onze cursussenCentrum Permanente Educatie biedt hoogwaardige juridische cursussen, afgestemd op de praktijk en verzorgd met enthousiasme en expertise. Bekijken |
|
Vragen aan Haags Juridisch Instituut over toepasselijk recht bij verzoek om nietigverklaring Marokkaans huwelijkRechtsvraagWat is het toepasselijk recht bij een verzoek om nietigverklaring Marokkaans huwelijk? OverwegingHet hof zal de volgende zeven vragen aan het Internationaal Juridisch Instituut te Den Haag voorleggen:
Cursussen binnenkort: |
|
Bopz: antwoord op prejudiciële vragen aan de Hoge RaadRechtsvraagVraag 1: is een inbewaringstelling onrechtmatig als betrokkene niet 'immediately after the arrest' is onderzocht door een niet-behandelend psychiater? Vraag 2: wanneer komt een bopz-schadevergoeding ten laste van de gemeente? Vraag 3: wat wordt verstaan onder 'immediately after the arrest'? OverwegingAntwoord 1: Een inbewaringstelling die is afgegeven op basis van een geneeskundige verklaring van een arts, niet zijnde een psychiater, is een onrechtmatige last in de zin van art. 28 lid 1 Wet Bopz, als de betrokkene niet ‘immediately after the arrest’ is onderzocht door een niet-behandelend psychiater. Antwoord 2: De in art. 28 lid 1 Wet Bopz bedoelde schadevergoeding komt ten laste van de gemeente, ongeacht of de burgemeester dan wel de gemeente invloed had op het alsnog uitvoeren van een onderzoek door een psychiater of het voortduren van de inbewaringstelling. Antwoord 3: Binnen 24 uur na de feitelijke aanvang van de vrijheidsontneming. Die 24 uur omvatten alle dagen en uren, dus ook de nachtelijke uren alsmede zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen bedoeld in de Algemene termijnenwet, zie rov. 3.4.2 - 3.4.3. |
|
Reikwijdte actieve rol hof bij opleggen omgangsregelingRechtsvraagDient het hof zich op grond van art. 8 EVRM actief op te stellen om met het opleggen van een omgangsregeling het recht op ‘family life’ tussen ouder en kinderen mogelijk te maken? Overweging81 RO. De A-G overweegt dat deze actieve rol (verwijzing naar mediation of het gelasten van een deskundigenonderzoek) wordt begrensd door het belang van het kind, bijvoorbeeld als het kind zelf ernstige bezwaren tegen contact heeft geuit. Cursussen binnenkort: |
|
Overleggen nieuwe processtukken nadat advocaat zich heeft onttrokkenRechtsvraagKan iemand zelf aanvullende stukken overleggen aan de rechter als zijn advocaat zich inmiddels heeft onttrokken? Overweging81 RO. Ja, vindt de A-G. Onttrekking door een advocaat ná het moment van indiening van het (appel)verzoekschrift/verweerschrift staat er niet aan in de weg staat dat die partij nadere stukken in het geding brengt. Dit strookt met 279 lid 1 Rv. Cursussen binnenkort: |
|
Belangenafweging bij ontzegging contact tussen vader en kindRechtsvraagHeeft het hof alle gepaste maatregelen genomen om de belemmering voor contact tussen vader en zoon bij gezamenlijk gezag weg te nemen, zijnde gebrek aan medewerking van moeder?Overweging
81 RO. A-G: de motivering van het hof dat het belang van het kind kan meebrengen dat het belang van contact moet wijken voor een zwaarder wegend belang, te weten dat de zoon gespaard blijft van een geestelijke instorting van de moeder als meest verzorgende ouder, is niet onbegrijpelijk. Een ondertoezichtstelling wordt niet als geschikte oplossing gezien door de Raad voor de Kinderbescherming.
Cursussen binnenkort: |
|
Bopz: vermenging rechtsfiguren voorlopige en voorwaardelijke machtigingRechtsvraagIs een voorlopige machting ter opname in een zwakzinnigeninrichting onder voorwaarden, waarbij betrokkene in beginsel thuis verblijft, mogelijk?Overweging
Nee, een dergelijke machtiging is strijdig met de wet. Nu de rechtbank de voorlopige machtiging heeft verleend, ervan uitgaande dat betrokkene onder voorwaarden thuis kan verblijven, heeft zij in wezen een voorlopige machtiging verleend met elementen van een voorwaardelijke machtiging. Deze vermenging van twee te onderscheiden rechtsfiguren is in strijd met art. 14a lid 2, aanhef en onder b, in verbinding met art. 14d lid 1 Wet Bopz. Tevens voorziet wetsvoorstel 31996 (reeds aangenomen door de Tweede Kamer) niet in een voorwaardelijke machtiging voor verstandelijk gehandicapten.
|
|
Beroepstermijn bij appel tegen tussenvonnisRechtsvraagIs appel na eindvonnis mogelijk tegen eindbeslissingen in tussenvonnis? OverwegingIndien in een uitspraak door een uitdrukkelijk dictum omtrent enig deel van het gevorderde een einde wordt gemaakt aan de instantie, is in zoverre sprake van een einduitspraak. De appel- of cassatietermijn tegen dat gedeelte van de uitspraak begint te lopen op de dag na die uitspraak. Indien een partij tegen dat deel van de uitspraak wil opkomen, mag hij daarom niet wachten tot de einduitspraak, maar moet hij meteen beroep instellen. Dit geldt echter alleen voor het onderdeel van het gevorderde waaraan in het dictum van de deeluitspraak een einde is gemaakt. Wat betreft het deel van de uitspraak dat als een tussenuitspraak is aan te merken, mag met het instellen van beroep worden gewacht tot op het desbetreffende gedeelte van het gevorderde einduitspraak is gedaan (HR 7 december 1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC0076, NJ 1992/85). Cursussen binnenkort: |
|
15005
Eerste Kamer aanvaardt wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang06-10-2015, bron: Kamerstukken I 2015/16, 33488 Regelgeving - HuwelijksvermogensrechtSamenvatting Op 6 oktober 2015 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang aangenomen. Zodra het voorstel in werking treedt, is het niet meer mogelijk om te trouwen onder de 18 jaar. Ook huwen tussen neef en nicht wordt moeilijker. Het Openbaar Ministerie krijgt de mogelijkheid om een voorgenomen huwelijk niet door te laten gaan. Tevens zal een onder dwang gesloten huwelijk eerder nietig verklaard kunnen worden, en wordt de erkenning van buitenlandse polygame huwelijken beperkt. |
|
Kinderalimentatie: antwoord prejudiciële vragen kindgebonden budgetRechtsvraagVraag 1. Moet bij de bepaling van de kinderalimentatie rekening worden gehouden met het kindgebonden budget, inclusief de alleenstaande ouderkop, door dit: in mindering te brengen op de behoefte van de kinderen dan wel in aanmerking te nemen bij het vaststellen van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt? Vraag 2. Dient er onderscheid gemaakt te worden tussen de alleenstaande ouderkop en het overige deel van het kindgebonden budget? Zo ja, op welke wijze? OverwegingAntwoord 1. Bij de vaststelling van de door de ouders verschuldigde onderhoudsbijdrage voor hun minderjarige kinderen dienen het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop niet in aanmerking te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt. Antwoord 2. Er dient geen onderscheid te worden gemaakt tussen de alleenstaande ouderkop en het overige deel van het kindgebonden budget. Cursussen binnenkort: |
|
Eisen aan de ondertekening van een verzoekschrift bij de Hoge RaadRechtsvraagIs het verzuim in cassatie ten aanzien van de ondertekening van het verzoekschrift tijdig hersteld? Overweging81 RO. Nee, het verzuim dat het verzoekschrift niet voldoet aan het vereiste van art. 426a lid 1 Rv dat het is ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad, is niet op tijd hersteld. Dit verzuim kan in cassatie worden hersteld doordat binnen twee weken na binnenkomst ter griffie van de Hoge Raad van het oorspronkelijke verzoekschrift, een advocaat bij de Hoge Raad een door hem getekend exemplaar van datzelfde verzoekschrift ter griffie indient. Deze termijn is een uiterste termijn en als advocaten zijn afgegaan op een mededeling van de griffie is dat niet verschoonbaar. Cursussen binnenkort: |