personen-, familie- en erfrecht

VAKnieuws

81 RO: substantiëringsplicht Raad voor de Kinderbescherming in het kader van ondertoezichtstelling

Nr: 17042 Hoge Raad der Nederlanden, 03-03-2017 ECLI:NL:PHR:2017:11 Jurisprudentie Geschilbeslechting Jeugdrecht
Procesrecht
81 RO, 278 Rv, 1:255 BW

Rechtsvraag

Heeft het hof de Raad voor de Kinderbescherming ten onrechte ontvankelijk geacht in zijn inleidend verzoek tot ondertoezichtstelling van de dochter nu het inleidend verzoekschrift niet de concrete bedreigingen voor de ontwikkeling van de minderjarige bevat?

Overweging

HR: verwerping beroep op grond van art. 81 lid 1 RO.

A-G: Nee, Het algemene voorschrift in art. 278 Rv (in verbinding met art. 799 en 799a Rv) verplichtte de Raad voor de Kinderbescherming tot het opnemen in het verzoekschrift van een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust. Dit voorschrift stelt eventuele belanghebbenden in staat de keuze te maken zich al dan niet in de procedure te mengen en verweer te voeren tegen het ingediende verzoek. Ook stelt dit voorschrift de rechter in staat een gemotiveerde beslissing op het verzoek en het verweer te nemen. Aan deze minimumeis is voldaan. Uit de – in cassatie onbestreden − samenvatting van het verweer in de bestreden beschikking van het hof blijkt dat de ouders in staat waren, verweer te voeren tegen de gronden waarop het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming berustte en dat zij van die mogelijkheid gebruik hebben gemaakt.

Lees verder
 

Bij beroep in cassatie van minderjarige inzake benoeming curator advocaat verplicht

Nr: 17024 Hoge Raad der Nederlanden, 03-02-2017 ECLI:NL:HR:2017:158 Jurisprudentie Rechtseenheid Procesrecht
Jeugdrecht
80a RO, 1:250 BW

Rechtsvraag

Kan een minderjarige beroep in cassatie instellen tegen een rechterlijke beslissing waarin een (informeel) verzoek om benoeming van een bijzondere curator niet is ingewilligd, dat zonder advocaat bij de Hoge Raad als procesvertegenwoordiger doen?

Overweging

Nee. De beslissing van HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1409, NJ 2015/293, rov. 3.4.5, derde alinea, houdt niet in dat een minderjarige bij een verzoek als bedoeld in art. 1:250 BW zonder de wettelijk verplichte rechtsbijstand van een advocaat een rechtsmiddel kan aanwenden, maar uitsluitend dat de minderjarige dit kan zonder vertegenwoordigd te worden door een wettelijk vertegenwoordiger (ouder of voogd) .

Lees verder

Al onze cursussen

Centrum Permanente Educatie biedt hoogwaardige juridische cursussen, afgestemd op de praktijk en verzorgd met enthousiasme en expertise.

Bekijken
 
17006

Geen ouderbijdrage voor jeugdhulp

20-12-2016, bron: Kamerstukken I 2016/17, 34614
Regelgeving - Jeugdrecht

Samenvatting

De verplichte ouderbijdrage voor jeugdhulp is afgeschaft. Met ingang van 1 januari 2016 werden ouders geacht een bedrag te betalen aan de hulp voor hun kind. Uit onderzoek naar die ouderbijdrage uit 2015 is gebleken dat er een groot draagvlak voor afschaffing bestond, en met terugwerkende kracht zijn de bedragen op nihil gesteld. Het daartoe strekkend wetsvoorstel tot wijziging van de Jeugdwet is op 20 december 2016 door de Eerste Kamer aanvaard.


 

Gescande handtekening onder verzoek van instelling is voldoende betrouwbaar

Nr: 16146 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-12-2016 ECLI:NL:GHARL:2016:9529 Jurisprudentie Geschilbeslechting Procesrecht
Jeugdrecht
1:265c lid 2 BW, 33 Rv, 278 Rv, 3:15c BW

Rechtsvraag

Is een gescande handtekening onder het verzoekschrift tot verlenging machtiging uithuisplaatsing rechtsgeldig?

Overweging

Ja, de Hoge Raad heeft in 1992 reeds geoordeeld (ECLI:NL:HR:1992:ZC0778) dat een redelijke, met de voortgang van de communicatietechniek rekening houdende en met de eisen van een goede procesorde verenigbare wetstoepassing met zich brengt dat, ingeval een naar behoren ondertekend verzoekschrift volledig, met de daarop zichtbare ondertekening, per fax wordt verzonden naar en ontvangen door de griffie van het gerecht waarbij het moet worden ingediend, de ter griffie ingekomen faxkopie dient te worden aangemerkt als een naar behoren ondertekend verzoekschrift. Het hof is van oordeel dat een gescande handtekening in het huidige digitale tijdperk minstens vergelijkbaar is met die op een faxkopie. Het hof gaat dan ook niet mee met de eis van de ouders dat het verzoekschrift een zogenaamde "natte" handtekening moet bevatten.

Een dergelijk gescande handtekening doet volgens het hof in de gegeven omstandigheden niet onder voor een originele handtekening. Voor het hof bestaat geen twijfel dat de gescande handtekening afkomstig is van mevrouw [I] . Nu verder gesteld noch gebleken is dat de Gecertificeerde Instelling (GI) als organisatie niet betrouwbaar is of de werkwijze onzorgvuldig plaatsvindt, ziet het hof geen enkel beletsel de ondertekening van het verzoekschrift van de GI acceptabel te achten. De door de advocaat ter zitting aangehaalde uitspraken zien op andersoortige procedures (straf-/bestuurszaken) en/of situaties. Met de GI is het hof daarom van oordeel dat sprake is van een naar behoren ondertekend verzoekschrift in de zin van artikel 278 lid 2 Rv.

Lees verder
 
16147

Rapport Staatscommissie Herijking Ouderschap

07-12-2016, bron: Kamerstukken II 2016/17, 33032
Regelgeving - Gezag en omgang
Echtscheiding
Huwelijksvermogensrecht
Procesrecht
Jeugdrecht

Samenvatting

Op 7 december heeft de Minister van Veiligheid en Justitie namens het kabinet het rapport 'Kind en ouder in de 21 e eeuw' aan van de Staatscommissie Herijking Ouderschap onder voorzitterschap van de heer A. Wolfsen aan de Staten-Generaal aangeboden.

Naar aanleiding van maatschappelijke en medisch-technologische ontwikkelingen in de afgelopen decennia heeft de staatscommissie in opdracht van de regering advies uitgebracht over het ouderschap. De commissie heeft in totaal 68 aanbevelingen gedaan die betrekking hebben op algemene aspecten, het juridische ouderschap, het gezag, en draagmoederschap. Inzake het juridisch ouderschap springt er uit dat de commissie aanbeveelt een juridisch meerouderschap (met bijbehorend gezag) voor meer dan twee ouders wettelijk mogelijk te maken. Wat betreft het gezag acht de commissie het onder meer van belang dat in de wet wordt vastgelegd dat voor de registratie van gezamenlijk gezag de schriftelijke toestemming is vereist van het kind dat de leeftijd van acht jaar heeft bereikt. Daarnaast beveelt de commissie aan een wettelijke regeling op te nemen voor draagmoederschap.


 

Machtiging uithuisplaatsing in deeltijd kan niet

Nr: 17087 Rechtbank Midden-Nederland, 08-11-2016 ECLI:NL:RBMNE:2016:7652 Jurisprudentie Geschilbeslechting Jeugdrecht 1:262b BW; 1:265b BW

Rechtsvraag

Kan een Gecertificeerde Instelling de uithuisplaatsing van minderjarigen verzoeken gedurende drie dagdelen van elk vier uur verspreid over een periode van vier weken?

Overweging

Nee. Gelet op het wettelijk kader van artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de GI, indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid een uithuisplaatsing verzoeken gedurende dag en nacht. Nu het onderhavige verzoek van de GI niet ziet op een uithuisplaatsing gedurende dag en nacht maar gedurende dagdelen zal de kinderrechter het verzoek in dit kader afwijzen. De kinderrechter zal het onderhavige verzoek opvatten als een verzoek ex artikel 1:262b BW waarin geregeld is dat de kinderrechter kan oordelen over geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 
16134

Informering over voortgang nieuw jeugdstelsel

04-11-2016, bron: Kamerstukken II 2016/17, 31839, nr. 554
Regelgeving - Jeugdrecht

Samenvatting

Bij brief van 4 november 2016 hebben de staatssecretarissen inzake volksgezondheid en justitie de Tweede Kamer geinformeerd over de voortgang van het nieuwe jeugdstelsel. In de bijgevoegde voortgangsrapportage presenteren zij de resultaten van de beleidsinformatie CBS, de cliëntmonitor en een drietal nadere onderzoeken en gaan zij in op de thema’s waarvoor in de Tweede Kamer in debatten en bij moties aandacht is gevraagd.

Als bijlagen bij de brief zijn de volgende rapportages toegevoegd:

- Jeugdhulp eerste half jaar 2016,

- Rapportage Monitor Transitie Jeugd Kwartaal 3, 2016,

- Verplichte (na)zorg voor kwetsbare jongvolwassenen? Onderzoek naar de juridische mogelijkheden voor (verplichte) hulp aan kwetsbare jongvolwassenen na kinderbescherming,

- Crisissituaties in de jeugdhulp. Verkennend onderzoek naar toename crisismeldingen en -plaatsingen voor jeugdhulp in 2015,

- De staat van jeugdparticipatie in Nederland 2016 (resultaten online enquête 122 gemeenten),

- Gepaste zorg voor kinderen met ADHD,

- Nader onderzoek relatie jeugdhulpgebruik en schoolverzuim bij gemeenten,

- Jaarwerkprogramma Landelijk Toezicht Jeugd 2017,

- Voortgangsrapportage Nieuw Jeugdstelsel.


 

Gevoegde behandeling zaken over ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing en gezagsbeëindiging

Nr: 16118 Gerechtshof Den Haag, 26-10-2016 ECLI:NL:GHDHA:2016:3101 Jurisprudentie Geschilbeslechting Jeugdrecht
Procesrecht
Gezag en omgang
1:255 BW, 1:265b BW, 800 Rv

Rechtsvraag

Heeft de rechtbank kunnen besluiten tot een ambtshalve verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing voor duur van twee maanden zonder horen partijen, om een gevoegde behandeling met een aanhangige gezagsbeëindigingszaak mogelijk te maken?

Overweging

Nee, naar het oordeel van het hof heeft de rechtbank ten onrechte afgezien van het horen van partijen over het verzoek verlenging ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, nu een wettelijke basis daarvoor in het onderhavige geval ontbrak. Er is geen sprake van een spoedbeslissing. Het hof overweegt voorts dat het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en van de machtiging tot uithuisplaatsing thans in hoger beroep opnieuw wordt getoetst. Het geconstateerde verzuim is derhalve in hoger beroep hersteld, nu de moeder door het hof alsnog in de gelegenheid is gesteld haar standpunt toe te lichten. Het hof verwijst naar de uitspraak van de Hoge Raad van 26 maart 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AO1991), r.o 3.6 waarin onder meer is overwogen dat het hoger beroep mede ertoe strekt in eerste instantie gemaakte fouten te herstellen, ook indien deze door de eerste rechter zijn gemaakt. Evenals in die zaak geldt dat de artikelen 6 en 8 EVRM niet zijn geschonden omdat bij de toetsing van de onderhavige gang van zaken aan deze verdragsbepalingen, de procedure in haar geheel moet worden bezien en dan moet worden geoordeeld dat de gebrekkige behandeling van de zaak door de kinderrechter, in hoger beroep voldoende is gecompenseerd.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Hof zet kanttekeningen bij jarenlange vrijwillige hulpverlening

Nr: 16128 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-10-2016 ECLI:NL:GHARL:2016:851 Jurisprudentie Geschilbeslechting Jeugdrecht 1:265b BW

Rechtsvraag

Heeft de rechtbank terecht een machtiging uithuisplaatsing opgelegd? 

Overweging

Ja. Op grond van de stukken en de bij het hof bekende informatie valt voor het hof niet goed te verklaren waarom niet eerder (intensievere) hulpverlening voor de moeder in het gedwongen kader is ingezet. De moeder kampt met een ernstig traumatisch verleden en een verstandelijke beperking. Eerst naar aanleiding van het raadsrapport van 22 oktober 2015 is uiteindelijk een ondertoezichtstelling van de grond gekomen en heeft de raad vastgesteld dat een opname van de moeder in een residentieel traject noodzakelijk is om haar opvoedvaardigheden te onderzoeken. Uit de stukken komt naar voren dat er, ondanks de jarenlange hulpverlening in het vrijwillige kader (vanaf 2011) voortdurende forse zorgen waren over het onveilige opvoedingsklimaat waarin de minderjarige verkeerde. Het hof kan zich, terugkijkend en op basis van de bij het hof bekende gegevens, niet aan de indruk onttrekken dat de moeder, ook in de periode van vrijwillige hulpverlening, langdurig in haar mogelijkheden is overvraagd en dat die hulpverlening in ieder geval niet effectief is gebleken. Dat heeft te lang een schrijnende situatie voor zowel de moeder als ook de minderjarige tot gevolg gehad.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

Geen uithuisplaatsing in vrijwillig kader, moment van toepassing

Nr: 16122 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 06-10-2016 ECLI:NL:GHARL:2016:8083 Jurisprudentie Geschilbeslechting Jeugdrecht 1:265a BW, 28 Overgangswet nieuw BW

Rechtsvraag

Heeft de rechtbank de machtigingen uithuisplaatsing terecht verlengd of hadden ze moeten worden afgewezen omdat plaatsing in een vrijwillig kader kan geschieden, zoals de vader betoogt?

Overweging

Ja, op grond van artikel 1:265a BW zoals dat met ingang van 1 januari 2015 luidt, geschiedt plaatsing van een minderjarige die onder toezicht is gesteld, gedurende dag en nacht buiten het gezin uitsluitend met een machtiging tot uithuisplaatsing. Ingevolge artikel 28, lid 2 sub b, van de Overgangswet nieuw BW geldt voor de uithuisplaatsing van een minderjarige die voor die datum onder toezicht is gesteld het vereiste van artikel 1:265a BW pas vanaf het moment dat de ondertoezichtstelling voor het eerst wordt verlengd. Bij beschikking van 1 mei 2015 is de ondertoezichtstelling verlengd, zodat het vereiste van 1:265a BW van toepassing is. Het hof is derhalve met de gecertificeerde instelling van oordeel dat plaatsing van de kinderen in het vrijwillige kader in het onderhavige geval niet mogelijk is.

Cursussen binnenkort:

Lees verder
 

81 RO: termijnoverschrijding bij indiening verzoek verlenging ondertoezichtstelling

Nr: 16109 Hoge Raad der Nederlanden, 16-09-2016 ECLI:NL:PHR:2016:495 Jurisprudentie Geschilbeslechting Jeugdrecht
Procesrecht
81 RO, Procesreglement Civiel Jeugdrecht

Rechtsvraag

Heeft het hof heeft miskend dat de termijn is geschonden voor indiening van een verzoek tot verlenging uithuisplaatsing en dat het verzoek daarom niet-ontvankelijk is?

Overweging

HR: verwerping beroep op grond van art. 81 lid 1 RO.

A-G: Nee, in de onderhavige zaak is het desbetreffende verzoekschrift ingediend in de zesde week (en niet in de achtste week) vóór het verstrijken van de duur van de reeds verleende machtiging. Het hof heeft overwogen dat de moeder niet in haar belangen is geschaad nu zij ruimschoots in de gelegenheid is geweest haar bezwaren tegen het verzoek naar voren te brengen. Het hof is kennelijk van oordeel geweest dat het verzoek zorgvuldig kan worden behandeld. Het oordeel van het hof acht ik niet onbegrijpelijk. Dat art. 2.4.10 sub b van het Procesreglement bepaalt dat een verlengingsverzoek dat wordt ingediend na afloop van de geldigheidsduur van de machtiging tot uithuisplaatsing niet-ontvankelijk is, maakt dit niet anders.

Lees verder
 
16105

Rapport Inspectie Jeugdzorg inzake gezinshuizen

12-09-2016, bron: Kamerstukken II 2015/16, 31839 nr. 541
Regelgeving - Jeugdrecht

Samenvatting

De inspectie Jeugdzorg heeft in 2015/2016 tien gezinshuizen bezocht en heeft daarover gerapporteerd. Dit rapport 'Verantwoorde hulp voor jeugd in gezinshuizen' is op 12 september 2016 aan de Tweede Kamer aangeboden. De inspectie is op grond van haar bevindingen van mening dat het werkveld een Kwaliteitskader Gezinshuizen dient op te stellen. De genoemde verbeterpunten en aandachtspunten dienen een plek krijgen in dit Kwaliteitskader.

De inspectie verwacht dat in het Kwaliteitskader Gezinshuizen richtlijnen worden gegeven voor:

  de verantwoorde werktoedeling, waaronder het werken met SKJ geregistreerde professionals en 
de vervanging tijdens afwezigheid van gezinshuisouders; 


  het gewenste deskundigheidsniveau van gezinshuisouders; 


  het opstellen van en omgaan met (huis)regels; 


  de wijze waarop gezinshuizen kunnen voldoen aan de Veilige principes in de medicatieketen; 


  de matchingsprocedure bij de plaatsing van kinderen in een gezinshuis;

  het systematisch inschatten van de veiligheidsrisico’s van kinderen; 


  het voldoende borgen van de cliëntenpositie, waaronder de toegang tot een onafhankelijke 
vertrouwenspersoon en een onafhankelijke klachtencommissie. 


Daarnaast dient in het Kwaliteitskader een concrete en eenduidige definitie van gezinshuizen te worden gegeven, die waarborgt dat er sprake is van een gezinsgerichte situatie.