Ga direct naar uw vakgebied

spreker in de spotlight
mr. ir. O.V. Lamme

mr. ir. O.V. Lamme

Oscar Lamme is advocaat en partner bij Simmons & Simmons te Amsterdam.
spreker in de spotlight
mr. F.H. van der Kamp

mr. F.H. van der Kamp

Frits van der Kamp is fiscaal jurist familievermogensrecht. Tevens is hij docent vFAS specialisatieopleiding, PAO Belastingwetenschap (PAOB), RB, KNB, FBN, Estate planning expert, Masteropleiding MFP (Erasmusuniversiteit), Tilburg University. En auteur van diverse fiscale juridische tijdschriften.

VAKnieuws 2021

sorteer op datum sorteer op nummer  
 
21103

Weigering uitbreiding omgang is schriftelijke aanwijzing

Rechtbank Den Haag, 20-09-2021 ECLI:NL:RBDHA:2021:10348
Jurisprudentie - Geschilbeslechting
Gezag en omgang
1:265f BW
Rechtsvraag

Dient de weigering van de GI om de omgang tussen de vader en het kind uit te breiden te worden opgevat als een schriftelijke aanwijzing?

Overweging

De vader heeft bij brief van zijn advocaat van 7 juli 2021 verzocht de geldende omgangsregeling tussen hem en [minderjarige] uit te breiden. Bij e-mailbericht van 13 juli 2021 heeft de gecertificeerde instelling dit geweigerd. De vader heeft ook nadien zijn verzoek herhaald. De kinderrechter leidt uit de Whatsappberichten tussen de vader en de jeugdbeschermer, in samenhang met de informatie uit het voortgangsverslag d.d. 31 augustus 2021 van de gecertificeerde instelling af, dat in elk geval op 11 augustus 2021 met de vader is gesproken en dat daarbij is herhaald het standpunt van de jeugdbeschermer over het verloop van de bezoeken. Conform het bepaalde in artikel 1:265f, tweede lid, BW vat de kinderrechter de herhaalde weigering de regeling in het contact tussen de vader en [minderjarige] uit te breiden op als een schriftelijke aanwijzing. Nu het (in de eerste plaats voorwaardelijke) verzoek van de vader tot vervallen verklaring van die schriftelijke aanwijzing binnen twee weken na de laatste herhaalde weigering ter griffie van deze rechtbank is ingekomen, namelijk op 20 augustus 2021, is de vader ontvankelijk in zijn verzoek.

Vervolgens wordt toegekomen aan de inhoudelijke toetsing van het besluit, waarbij de eerste vraag is of de gecertificeerde instelling, gelet op het bepaalde in artikel 1:263 lid 1 BW, de bevoegdheid toekwam de schriftelijke aanwijzing te geven. Deze toets dient ook los van hetgeen partijen hebben aangedragen, dus ambtshalve, te worden uitgevoerd. Met inachtneming van de criteria zoals neergelegd in artikel 1:263 BW beantwoordt de kinderrechter die vraag bevestigend. Daarna moet de vraag worden beantwoord of de gecertificeerde instelling die bevoegdheid op de juiste manier heeft aangewend.


 
recent VAKnieuws
personen-, familie- en erfrecht
arbeidsrecht
Opzegging door werknemer met psychische gesteldheid 12-11-2021   ECLI:NL:HR:2021:1669
Overgang van onderneming 08-11-2021   ECLI:NL:GHAMS:2021:3163
Onderzoeksplicht werkgever 21-10-2021   ECLI:NL:GHSHE:2021:3189