Ga direct naar uw vakgebied

spreker in de spotlight
mr. M.J.P. Schipper

mr. M.J.P. Schipper

Mathieu Schipper is advocaat en partner bij Schipper en Lof advocaten. Hij adviseert en procedeert in erfrechtelijke kwesties. Daarnaast treedt Mathieu Schipper regelmatig op als docent erfrecht. Zijn achtergrond als advocaat stelt hem in staat de vertaalslag te maken van theorie naar praktijk. Ook publiceert hij over het erfrecht.
spreker in de spotlight
mr. S.J.C. Schipper

mr. S.J.C. Schipper

Bas Schipper is notaris bij Elan Notarissen te Doesburg en estate planner.

VAKnieuws

sorteer op datum sorteer op nummer  
 
24089

In Turkije uitgesproken adoptie niet voor erkenning vatbaar in Nederland

Rechtbank Den Haag, 08-10-2024 ECLI:NL:RBDHA:2024:16360
Jurisprudentie - Rechtseenheid
Afstamming en adoptie
10:108 BW; 10:109 BW.
Rechtsvraag

Kan de in Turkije uitgesproken adoptie in Nederland worden erkend?

Overweging

De rechtbank oordeelt dat de adoptie in Turkije rechtsgeldig is uitgesproken. Vervolgens beoordeelt de rechtbank of de adoptie in Nederland kan worden erkend.  Vervolgens beantwoordt de rechtbank de vraag of deze adoptie op grond van het Haagse Verdrag inzake de bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie van 29 mei 1993 (hierna ook: HAV) van rechtswege in Nederland wordt erkend.

De rechtbank is van oordeel dat er op moment van adoptie geen sprake was van een interlandelijke adoptie waarbij de geadopteerde kinderen door de adoptiefouder (verzoekster) naar een andere Verdragsluitende Staat zou worden overgebracht. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de adoptie een binnenlandse adoptie betreft, die niet valt onder het materiële en formele toepassingsgebied van het HAV. Dit betekent dat het Verdrag niet van toepassing is en de adoptie niet op grond van dit Verdrag kan worden erkend in Nederland.

De rechtbank dient dan te beoordelen of de Turkse adoptie in Nederland kan worden erkend op grond van de commune internationaalrechtelijke wetgeving zoals geregeld in titel 6, afdeling 3 van Boek 10 BW. De rechtbank toetst of erkenning kan plaatsvinden op grond van artikel 10:109 BW. De rechtbank stelt vast dat  de bepalingen van Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) niet in acht zijn genomen. Ook oordeelt de rechtbank dat niet is komen vast te staan dat de adoptie in het  kennelijk    belang van de kinderen is. Dat zij graag bij verzoekster in Nederland willen wonen is daartoe onvoldoende. Niet is komen vast te staan dat verzoekster niet bij de kinderen in Turkije kan gaan wonen. De rechtbank concludeert daarom dat de adoptie niet in Nederland kan worden erkend.


 
24039

Moeders gezag hersteld, ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdzorg.

Rechtbank Den Haag, 29-04-2024 ECLI:NL:RBDHA:2024:7844
Jurisprudentie - Rechtseenheid
Gezag en omgang
Jeugdrecht
1:277 BW; 1:255 BW; 6.1.2 Jeugdwet
Rechtsvraag

Is na het herstel van het ouderlijk gezag een nieuwe machtiging gesloten jeugdhulp nodig?

Overweging

Het ouderlijk gezag van de moeder is hersteld op grond van artikel 1:277 BW. De minderjarige verblijft in een gesloten jeugdinstelling. De rechtbank spreekt tegelijkertijd met het herstel van het ouderlijk gezag ook een ondertoezichtstelling uit. Er was voorheen al een machtiging gesloten jeugdzorg verleend aan de voogdijinstelling, die nu als gecertificeerde instelling belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling. De rechtbank is van oordeel dat er geen nieuwe machtiging gesloten jeugdhulp nodig is.


 
24012

Erkenning van Amerikaanse beslissing over het juridisch ouderschap van de wensouders na draagmoederschap met gedoneerde eicel.

Rechtbank Den Haag, 07-03-2024 ECLI:NL:RBDHA:2024:3180
Jurisprudentie - Rechtseenheid
IPR
Afstamming en adoptie
10:100 BW; 7 IVRK; 8 EVRM
Rechtsvraag

Kan het in de VS vastgestelde juridisch ouderschap van de wensouders in Nederland erkend worden, ondanks dat het van rechtswege ontstaan van een familierechtelijke betrekking met de wensouders niet overeenstemt met de huidige bepalingen in het Nederlandse recht?

Overweging

Wensvaders zijn in de VS de juridisch ouders geworden van de uit een draagmoeder geboren tweeling. De rechtbank in Florida heeft beslist dat de wensouders de juridische ouders zijn en dat de draagmoeder als ouder van de geboorteaktes geschrapt wordt. Op de geboorteaktes staan de wensvaders beiden als juridisch ouder van de tweeling geregistreerd, terwijl slechts een van hen de biologische vader van de kinderen is. De rechtbank toetst of de beslissing van de Amerikaanse rechter en de geboorteaktes in Nederland erkend kunnen worden. Daarbij laat de rechtbank meewegen dat het draagmoederschapstraject zorgvuldig heeft plaatsgevonden en dat de afstammingsrelatie voor de kinderen herleidbaar is, zoals vereist op grond van artikel 7 IVRK. De rechtbank overweegt dat als uitgangspunt geldt dat het enkele feit dat het van rechtswege ontstaan van een familierechtelijke betrekking met de wensouder niet overeenstemt met de huidige bepalingen in het Nederlands recht, onvoldoende is om aan te nemen dat sprake is van onverenigbaarheid met de openbare orde. Van onverenigbaarheid met de openbare orde is immers slechts sprake in geval van strijdigheid met beginselen en waarden van juridische, sociale of morele aard die in de eigen rechtsorde fundamenteel worden geacht. Tot slot laat de rechtbank meewegen dat het EHRM het in het belang van het kind acht dat hij een juridische afstammingsband heeft met de personen die hem verzorgen en opvoeden, ook indien tussen hen geen genetische band bestaat, en dat de periode vanaf de geboorte van het kind tot het vestigen van de juridische band met de wensouders zo kort mogelijk duurt.  


 
recent VAKnieuws
personen-, familie- en erfrecht
Informatieplicht school jegens ouder zonder gezag 21-11-2024
ECLI:NL:GHAMS:2024:3181