Omschrijving

Deze cursus behandelt twee hoofdonderwerpen:

Verklaring Omtrent het Gedrag in theorie en praktijk

De afgelopen decennia nam het aantal VOG-aanvragen sterk toe. Vorig jaar werden ruim 1,5 miljoen VOG’s aangevraagd, waarvan er rond de 2.000 werden geweigerd. Voor steeds meer veroordeelden is daarom de vraag relevant welke gevolgen er aan een strafblad kleven, een vraag die reeds tijdens het strafproces een rol speelt.

In deze cursus komt u alles te weten over hoe het bestuursrechtelijke beoordelingskader eruit ziet (wanneer krijgt iemand een VOG?).  Ook worden actuele ontwikkelingen op VOG-gebied besproken (bv. het weigeren o.b.v. politiegegevens). De VOG beleidsregels, belangrijke jurisprudentie en casuïstiek worden uitgebreid besproken, zoals het de nadruk op evenredigheid en het meewegen van de omstandigheden waaronder een delict is gepleegd. Ook wordt ingegaan op strafrechtelijke jurisprudentie waarin bij de strafoplegging of -motivering op een VOG-afwijzing wordt geanticipeerd, bijvoorbeeld in het kader van proportionaliteit of als obiter dictum.

Dit alles zal, tot slot, in het licht worden geplaatst van de effecten van het VOG-instrument in de praktijk, met name de impact ervan op de re-integratie en recidive van (ex-)veroordeelden, zoals naar voren komt uit empirisch onderzoek.

 
Voorwaardelijke Invrijheidstelling in theorie en praktijk

Op 1 juli 2021 is de Wet straffen en beschermen (gedeeltelijk) in werking getreden. Door deze wet hebben er grote wijzigingen op het gebied van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) en de detentiefasering plaatsgevonden. Deze cursus brengt u weer helemaal op de hoogte van alles wat betrekking heeft op de voorwaardelijke invrijheidstelling.

Het OM moet voortaan beslissen of een gedetineerde in aanmerking komt voor v.i. Het OM gaat ook beslissen over het verlenen en herroepen van de v.i., maar kan ook de beslissing over de verlening uitstellen. Veroordeelden met een onvoorwaardelijke en onherroepelijke gevangenisstraf van meer dan één jaar kunnen na twee derde van hun gevangenisstraf onder bepaalde voorwaarden in vrijheid worden gesteld. Voor de zaken die onder de nieuwe wet vallen, bedraagt de v.i. maximaal twee jaar. De veroordeelde komt alleen bij goed gedrag gedurende de hele detentieperiode in aanmerking voor v.i. Daarbij spelen ook de veiligheidsrisico’s en de slachtofferbelangen spelen een belangrijke rol bij de beslissing tot de verlening van v.i.

Leerdoelen:

1. identificeren van de wegingsfactoren in VOG-beslissingen
2. beoordelen wat de kansen zijn op een succesvolle VOG-afgifte, en welke factoren daarop van invloed zijn
3. identificeren van zgn. ‘VOG-verweren’ in strafzaken en hun mogelijke rol in VOG-procedures
4. integreren van recente onderzoeksbevindingen naar het effect van de VOG
5. reflecteren op het Nederlandse beleid door dit in internationaal perspectief te bezien
6. Aan het einde van de cursus bent u op de hoogte van alles wat betrekking heeft op de voorwaardelijke invrijheidstelling.

Online deelname