Omschrijving

Deze cursus is gewijd aan ernstige delicten in het verkeer. Ingegaan wordt op de begrippen schuld, gevaar, het in 2020 geïntroduceerde ernstige gevaarzettingsmisdrijf (art. 5a WVW) en de nieuwe, ruimere definitie van roekeloosheid (art. 175 lid 2 jo. 5a WVW).

Een belangrijk deel van de dag staat in het teken van de afgrenzing van de ondergrens van de schuld in art. 6 WVW. Een moment van onachtzaamheid kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. De toenemende invloed van slachtoffers zorgt ervoor dat het Openbaar Ministerie sneller geneigd is grensgevallen voor de rechter te brengen. In deze cursus leert u om argumenten op te voeren waarom het bewijs van de voor schuld vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid niet geleverd kan worden. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan het leerstuk van de momentane onoplettendheid. Ook wordt uitgebreid stilgestaan bij het belangrijke arrest HR 15 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1398, waarin de Hoge Raad een nieuw criterium introduceert voor het begrip schuld. Ten slotte worden mogelijkheden verkend om verweer te voeren bij de (subsidiair tenlastegelegde) overtreding van art. 5 WVW.

Een ander deel van de dag is gewijd aan (zeer) gevaarlijke verkeersgedragingen die al dan niet tot een ernstig gevolg hebben geleid. De Wegenverkeerswet is in 2020 ingrijpend gewijzigd. De wetgever heeft het begrip roekeloosheid van een gedetailleerde definitie voorzien (art. 175 lid 2 jo. 5a WVW). Daarnaast heeft de wetgever een nieuw gevaarzettingsmisdrijf in het leven geroepen dat bestraft kan worden met een gevangenisstraf van 2 jaar (art. 5a WVW). In de cursus wordt de vraag ontgonnen op welke wijze verweer kan worden gevoerd ten aanzien van dit veelomvattende misdrijf.

Hoewel de cursus is toegespitst op ernstige delicten in het verkeer, zijn de in de cursus aangereikte verweren ook relevant buiten het verkeersrecht. De in deze cursus behandelde thema’s (schuld, gevaar en avas) behoren immers tot de algemene leerstukken van het strafrecht. De grote vrijheid die de Hoge Raad bij deze leerstukken aan de feitenrechter laat, biedt kansen aan de advocatuur om de beslissing van de rechter te beïnvloeden. Aan het eind van de cursus zult u in staat zijn adequate, op de rechtspraak van de Hoge Raad toegespitste verweren te voeren ten aanzien van deze algemene leerstukken.